barok - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ba-rok
1. met rijke, overdadige versieringen
♢ die school is een barok bouwwerk
Bijvoeglijk naamwoord: ba-rok
... is barokker dan ...
de/het barokke ...
iets baroks
Tegenstellingen
sober
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.