alleenstaand - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: al-leen-staand
1. gescheiden van anderen of iets anders
♢ dit is een alleenstaand geval, nergens mee te vergelijken
2. zonder vaste partner
♢ mijn zus is niet getrouwd, ze is alleenstaand
3. niet vast aan dezelfde soort objecten
♢ zij wonen in een alleenstaand huis
4. wie niet bij een groep hoort en niet met anderen samenwerkt
♢ hij is een merkwaardige, alleenstaande figuur
Bijvoeglijk naamwoord: al-leen-staand
de/het alleenstaande ...
Synoniemen
afzonderlijk, apart, vrijstaand
Gepubliceerd op 14-11-2017
alleenstaand
betekenis & definitie