aanzienlijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: aan-zien-lijk
1. behoorlijk groot of veel
♢ Jan heeft een aanzienlijk bedrag op zijn rekening
1. in aanzienlijke mate
[ruimschoots, veel]
Bijvoeglijk naamwoord: aan-zien-lijk
... is aanzienlijker dan ...
het aanzienlijkst
de/het aanzienlijke ...
iets aanzienlijks
Synoniemen
aanmerkelijk, belangrijk, kapitaal, respectabel
Tegenstellingen
gering, pover, weinig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.