aanduiden - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-dui-den
1. duidelijk maken hoe het zit
♢ zijn verhaal duidt wel aan dat hij bang geweest is
Regelmatig werkwoord: aan-dui-den
ik duid aan (... ik aanduid)
jij/u duidt aan (... jij aanduidt)
hij/zij duidt aan (... hij aanduidt)
wij/zij/jullie duiden aan (... wij aanduiden)
ik/jij/u/hij/zij duidde aan (... ik aanduidde)
wij/zij/jullie duidden aan (... wij aanduidden)
hij heeft aangeduid
de/het/een aangeduide ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk