Boerderijen. De in 1962 herbouwde 17de-eeuwse krukhuisboerderij Westeinde 73 heeft geprofileerde ontlastingsbogen boven de vensters.
Een uitgebouwde keukentravee hebben de boerderijen Peperstraat 44 (17de eeuw) en Peperstraat 48 (eerste helft 18de eeuw; 17de-eeuwse elementen). De laatstgenoemde bevat in de zijlangsdeelschuur een waterstal voor het vee.
De uit 1748 daterende boerderij Oosteinde 22-23 bezit een rond 1850 aangebouwde ouderkamer. Waardevolle hallenhuisboerderijen zijn Noordzijde 20 (18de eeuw), met tweebeukig voorhuis, en Westeinde 76-77 (circa 1810) met hoger achterhuis.
Dwarsdeelboerderijen voorzien van hoge puntgevels met vlechtingen zijn Westeinde 2, 3 en 4 (eerste kwart 19de eeuw), Oosteinde 20 (eerste kwart 19de eeuw) en Dorpsstraat 68 (circa 1850).Westeinde 37 (circa 1850) is een evenwijdig aan de weg geplaatste dwarsdeelboerderij. Het kookhuis staat aan de overkant van de weg (circa 1800). De verhoogd gelegen boerderij Oosteinde 58 uit 1857 heeft een ingezwenkte lijstgevel. Voorbeelden van laat-19de-eeuwse langhuisboerderijen zijn Oosteinde 36 en Westeinde 21. De boerderij Dorpsstraat 96 (circa 1895) heeft een voorgevel in neorenaissance-vormen bekroond door een driehoekig fronton, en de boerderij Oosteinde 37 (1910-'12) is voorzien van een sierspant. Opmerkelijk is de wederopbouwboerderij Dorpsstraat 27 (1947), vanwege de uitzonderlijk grote schuur naast het dwars geplaatste woonhuis.