Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Boerderijen in Molenaarsgraaf

betekenis & definitie

Boerderijen. Langs de Graafstroom staan veel oude boerderijen.

De hallenhuisboerderij Graafdijk Oost 1 heeft een dwars geplaatst voorhuis met kelder en opkamer (begin 17de eeuw) en daarachter een uitgebouwd woongedeelte (circa 1660). De gevels hebben sierankers en accoladebogen.

Bijzondere interieuronderdelen zijn de 17de-eeuwse zwanenhalskorbelen en een met ranken beschilderde balklaag. Rond 1850 heeft men de deel verbouwd tot een dwarsdeel.

Veel boerderijen kregen in verband met de voorkomende wateroverlast een waterkamer, dat wil zeggen een behoorlijk verhoogde opkamer toegankelijk via een hoge stoep zoals bij Graafdijk Oost 16 (17de eeuw). De boerderij Graafdijk West 3-4 (17de eeuw) heeft onder de ontlastingsbogen, in elkaar overlopende cirkels (18de eeuw), aan weerszijden van de hooggelegen vloeddeur een decoratie van siermetselwerk.

Ook de 17de-eeuwse dwarsdeelboerderij Graafdijk Oost 24 heeft een vloeddeur en een waterkamer.Graafdijk West 10 is een driebeukige langhuisboerderij uit 1741, waar peilstenen herinneren aan hoge waterstanden. Een verhoogde kamer heeft ook de asymmetrisch gebouwde boerderij Graafdijk West 29 uit 1808. De mooie krukhuisboerderij Graafdijk West 27-28 (1740) met uitgebouwde kamer heeft een karakteristieke ‘kameelrug’, waarbij de nok van de dwarsdeelschuur hoger ligt dan het voorhuis. Ook de in opzet mogelijk 17de-eeuwse dwarsdeelboerderij Graafdijk Oost 12 heeft een kameelrug. Andere waardevolle boerderijen zijn Graafdijk West 43 (tweede helft 18de eeuw), Graafdijk Oost 6 (17de eeuw; verbouwd 18de eeuw), Graafdijk West 30 (circa 1890; met sierspant).

Aan de Gijbelandse zijde van de Graafstroom is de vroeg-17de-eeuwse krukhuisboerderij Gijbelandsedijk 119-120 de oudste boerderij. De uitbouw met kelder en opkamer is later toegevoegd (datering latei keldervenster ‘1653’). Opvallend zijn de sierankers en de van vroegere vensteropeningen resterende getoogde ontlastingsbogen met siermetselwerk. Het voorhuis bevat maniëristisch versierde zwanenhalskorbelen. Een kameelrug vormt de overgang naar de gepotdekselde zijlangsdeelschuur (19de eeuw). Gijbelandsedijk 12 (circa 1850) is een goed voorbeeld van een langhuisboerderij met gepotdekseld stalgedeelte.

De met gespiegelde gevels en hoge rieten daken uitgevoerde boerderijen Gijbelandsedijk 16 en 17 vormden in de 18de eeuw een tweebeukige boerderij. Nummer 16 was de schuur van nummer 17 en werd rond 1850 verbouwd tot een aparte boerderij. Andere voorbeelden van langhuisboerderijen zijn Gijbelandsedijk 9-10 (1875) en 94-95 (1895). Boerderijen met een fors dwars geplaatst woonhuis zijn Gijbelandsedijk 7-8 (circa 1800) en Gijbelandsedijk 2 en 91 (beide midden 19de eeuw).