Verdedigingswerken. Van de ringvormige aarden omwalling met dertien bastions en buitenvest van de stadsuitleg uit 1595-'98 zijn duidelijk zichtbare resten bewaard gebleven.
Na opheffing van de vestingstatus in 1839 werden bastions en wallen in 1841-'48 als een werkverschaffingsproject omgevormd tot een wandelroute met singels naar plannen van K.G. Zocher.
Tussen 1842 en 1873 verdwenen zeven van de acht stadspoorten en door de aanleg van het Kanaal door Walcheren (1870-'73) de vier zuidoostelijke bastions. De door zeewater bij de inundatie van Walcheren in 1944 aangetaste beplanting op de resterende negen bastions werd onder leiding van C.P.
Broerse hersteld.Weinig opvallend zijn de bewaarde muurresten van de in 1585-'91 gebouwde en in 1873 gesloopte Dampoort (Dampoortstraat ong.) en de in 1798 opgetrokken en rond 1850 afgebroken Noordpoort (Noordpoortplein ong.). Wel in volle glorie bewaard is de Koepoort (Molenwater 101), een (inmiddels) vrijstaande sierpoort in Lodewijk XIV-stijl, gebouwd in 1735-'39 naar ontwerp van Jan Peter van Baurscheit de Jonge. Deze poort heeft aan beide zijden vier natuurstenen pilasters en een attiek met natuurstenen trofeeën en vazen. Opmerkelijk is ook de rond 1860 gebouwde Nieuwe Poort (Korendijk 40-42), een neoclassicistische poort met lijstvormige afsluiting en een omlijste rondbogige doorgang. De overgang naar de naastgelegen panden is afgerond. Door de aanleg van het Kanaal naar Walcheren en de situering van het station heeft deze poort nooit echt als zodanig gefunctioneerd.