Monumenten in Nederland: Zeeland

R. Stenvert en C. Kolman (2003)

Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) O.L.-Vrouwekerk in Tholen

betekenis & definitie

De (Herv.) O.L.-Vrouwekerk (Kerkplein 1-3) is een forse basilikale kruiskerk voorzien van een driezijdig gesloten koor met zijkoren, een dakruiter en een toren van vier geledingen met haakse steunberen en een tentdak. Aan de eind 13de eeuw gestichte kerk werd in 1404 een kapittel verbonden.

De onderste twee torengeledingen stammen uit de tweede helft van de 14de eeuw. De kerk werd beschadigd bij de stadsbrand van 1452.

In de tweede helft van de 15de eeuw verving men deze door de huidige, met Gobertangesteen beklede, kerk in Brabantse gotische stijl met een driebeukig schip voorzien van luchtbogen. Na het schip kwam het transept tot stand, waarvan de kruising zich naar het koor toe iets verbreedt.

Het zuidportaal van het transept en het venster erboven hebben rijke traceringen, het venster met een leliemotief. Eind 15de eeuw werd de toren met twee geledingen verhoogd en de westingang vernieuwd.

In de toren hangen door Alexis en Petrus Petit gegoten klokken (1761). De sacristie, de librije (zuidwestzijde transept) en het noordportaal zijn alle begin 16de eeuw gebouwd.

Aan het koor met kooromgang en drie straalkapellen werd in 1520 nog gewerkt. Vermoedelijk is toen tot een planwijziging besloten, waardoor de geplande lichtbeuk van het koor achterwege bleef en de kooromgang onvoltooid.

Het gedeelte van de omgang dat eind 15de eeuw al was opgetrokken, werd in het tweede kwart van de 16de eeuw met een rechte sluiting verbouwd tot noordkoor.

Het brede bakstenen zuidkoor is in opzet vermoedelijk vroeg-15de-eeuws.

Het had afgebroken zullen worden bij de voltooiing van de kooromgang, maar door de planwijziging bleef het gehandhaafd. Vervolgens kreeg het twee hoge oostvensters met aankapping.

Rond 1575 liep de kerk oorlogsschade op. In 1755 heeft men de gehele koorpartij afgescheiden door middel van een beschilderd schot.

Bij de restauratie in 1947-'60 is dit schot vervangen. Verder is toen onder andere de toren van balustraden voorzien en is de torenspits vernieuwd.

De laatste (conserverende) restauratie vond in twee fasen plaats, te weten in 1995-'96 en in 2001-'02. Inwendig is het schip uitgevoerd met natuurstenen zuilen met koolbladkapitelen.Het triforium heeft de vorm van een reeks nissen met gotische driepassen, met daarboven een omgang langs de vensters. De zijbeuken en het noordkoor worden gedekt door kruisribgewelven. Aanzetten van ribben en inkassingen in middenschip en transept tonen dat hier ook kruisribgewelven waren gepland. De huidige laat-gotische netgewelven van het middenschip moeten dateren uit de vroeg-16de-eeuwse bouwfase. Ze komen in stijl overeen met het bij de scheiding tussen transept en koor aanwezige, rijkere beeldhouwwerk van de kapitelen en de lijst onder het triforium. Het gewelf van het zuidtransept is na schade door verzakking van de traptoren vervangen door een stucgewelf, maar bij de restauratie (1960) als netgewelf hersteld.

Het koor en de zuidkapel worden gedekt door houten tongewelven. Het poortje naar de sacristie dateert uit 1638.

Tot de inventaris behoren een Tiengebodenbord (1581), een door Adam Hartman vervaardigde preekstoel (1648) en een (midden-17de-eeuws) doophek, beide met koperen lezenaars. Verder bevat de kerk diverse grafzerken, waaronder een rijk gebeeldhouwde steen met de liggende figuren van Guy van Blois († 1527) en Digna van Assemansbroek († 1516).

De voorm. pastorie (Dalemsestraat 15) is een fors neoclassicistisch pand met middengang, gebouwd in 1890 (gevelstenen).