19de- en 20ste-eeuwse woonhuizen In de eerste helft van de 19de eeuw werden vrijwel geen nieuwe huizen gebouwd. Een belangrijke uitzondering vormt het drielaagse huis Havenpark 33, dat J.F van Vrijberghe in 1827-'28 liet bouwen ter plaatse van drie oudere huizen.
De empire-gevel heeft een asymmetrisch geplaatste hardstenen ingangsrisaliet en festoenen boven de vensters van de bel-etage. Van 1867 tot 1923 was hier de arrondissementsrechtbank gevestigd.Vanaf circa 1850 bouwde men weer enkele forse nieuwe gevels opnieuw vaak voor een oudere kern -, zoals de sober neoclassicistische gevel van Oude Haven 9 met omlijste ingang en middenvenster daarboven. Vergelijkbaar zijn de gevels van Poststraat 11 en Witte IJestraat 14 (beide circa 1860). Uit dezelfde tijd, maar gepleisterd en met schijnvoegen zijn de gevels van Nieuwe Bogerdstraat 24, Poststraat 32 en Poststraat 43. Het laatstgenoemde pand (nu muziekschool) heeft twee achtervleugels met 18de-eeuwse topgevels.
Neoclassicistisch is ook het gepleisterde huis Oude Haven 14, waarvan de deur is gesneden in Lodewijk XVI-vormen. Het was onder andere het woonhuis van jhr. ir. R.R.L. de Muralt. Uit circa 1870 dateren de neoclassicistische gevels van Nieuwe Bogerdstraat 29 en Poststraat 42; de laatste is opgetrokken voor twee diepe huizen.
Rijke eclectische motieven vertoont de gepleisterde gevel van het pand Mondragon (Oude Haven 13) uit circa 1870. Vergelijkbare eclectische motieven uit die tijd, met gepleisterd bandwerk waarin cirkels zijn opgenomen, hebben St.-Domusstraat 36-38, Nieuwe Bogerdstraat 51 en Oude Haven 45 (gevelsteen met stadswapen).
Driekoningenlaan 1 kreeg rond 1870 een gepleisterde gevel met omlijste vensters voorzien van afgeronde hoeken en kuifstukken. Andere voorbeelden van dit eclectische motief zijn te zien bij Het Paert in de Wiege (Oude Haven 50), Nieuwe Bogerdstraat 56 en Meelstraat 51. Vele kleinere woonhuizen werden in het laatste kwart van de 19de eeuw gemoderniseerd door middel van een gevelbepleistering met schijnvoegen, zoals Nieuwe Haven 33, 35 en 99 (alle met ronde kelderlichten), De Pauwe (Mol 11), Korte Groendal 5 en De Gulden Keerse (Verrenieuwstraat 2). De gevel van het diepe woonhuis Meelstraat 54 is een goed voorbeeld van een rond 1860 uitgevoerde modernisering in de vorm van een afgetopte klokgevel met eclectische versieringen. Andere voorbeelden zijn Nieuwe Haven 25, Nieuwe Haven 27 en St.-Domusstraat 49. Ook elders verschenen in die periode gepleisterde tuit- en klokgevels, zoals bij Verrenieuwstraat 24, het dubbele pand Nieuwe Haven 45 en de woningen Wevershoek 5-13.
Naar de neorenaissance verwijzende gepleisterde banden en sluitstenen heeft Oude Haven 27 (circa 1890). De gepleisterde gevel van Appelmarkt 13 (circa 1890) is voorzien van diamantkoppen in de strekken.
Voorbeelden van begin 20ste eeuwse ingrepen in 17de-eeuwse woonhuizen vormen de woonhuizen Havenpark 21-23, waarvan de oorspronkelijke trapgevels in 1907 in neorenaissance-stijl zijn herbouwd met gebruik van de oorspronkelijke cartouches en sierankers. Voorbeelden van trapgevels in neorenaissance-stijl zijn te vinden bij Weststraat 42 (1914), Nieuwe Bogerdstraat 32 en 34 (circa 1915) en Breedstraat 23 (circa 1925). Verder bij het woonhuiscomplex Manhuisstraat 11-23 (1907), bestaande uit een lang dwars pand en flankerende diepe vleugels met trapgevels. Ook het herenhuis Parklust (Wandeling 6) uit 1911 vertoont neorenaissance-details. Rond 1900 gebouwd met sobere neoclassicistische banden zijn de dwarse eenlaagspanden Korte Nobelstraat 31-33 en de diepe huizen Verrenieuwstraat 16-18.
Middenganghuizen met een hoger opgetrokken middenrisaliet en chalet-achtige dakerkers zijn Grachtweg 4 (circa 1905) en Groeneweegje 3 (circa 1915).
Kleurrijke gevels met decoratief jugendstil-metselwerk hebben de panden Oude Haven 3 (1905; met 17de-eeuwse kern) en Oude Haven 5 (1910). Vergelijkbaar in stijl is het woonhuis Meelstraat 20 (1912) en iets minder rijk uitgevoerd zijn Nieuwe Haven 103 (circa 1910) en Oude Haven 12 (circa 1915). Het laatstgenoemde pand heeft een betegelde entree en een erker in rijke late jugendstil-vormen. Ook de herenhuizen Wandeling 7-9 en Wandeling 10-11 zijn in deze kleurrijke jugendstil opgetrokken en hebben erkers, gemetselde balkonbalustrades en open portieken als opvallende elementen. Late jugendstil-vormen vertoont de kleine villa De Trekvogel (Julianastraat 54), die is voorzien van een dakerker en een ruim dakoverstek op korbelen.
Expressionistische details zijn te vinden bij het met mansardedaken gedekte dubbelhuis 't Vrije 39-41 (1924) en verder bij Mosselboogaard (Hoge Molenstraat 43; 1927), Regenboogstraat 36 (circa 1925) en Eureka (Julianastraat 56; circa 1925). Opvallende betonnen luifels en lateien hebben het woonblok St.-Joostmeet 1-11, de panden Arentsburch, Middenhove en Leliëndale (Wandeling, 12-14) en het huis Touwbaan 4 (alle circa 1930). Voorbeelden van sobere zakelijk-expressionistische ontwerpen zijn ten slotte de woonhuizen Jannewekken 21-25 (circa 1930) en de met tentdaken uitgevoerde forse villa's: In 't Vrije ('t Vrije 42; 1919), Iris ('t Vrije 51; circa 1920), Julianastraat 58 (circa 1925), Julianastraat 62 en 64 (beide circa 1930), Touwbaan 6-7 (circa 1930) en Grachtweg 9 (1935).