Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Universiteit van Amsterdam

betekenis & definitie

In 1631 stichtte de stad Amsterdam het ‘Athenaeum Illustre’, dat als uitvloeisel van de Wet op het Hoger Onderwijs (1876) tot Gemeentelijke Universiteit werd verheven in 1877. Van 1631 tot 1862 was het Athenaeum gehuisvest in de Agnietenkapel, daarna in het Doelengebouw aan de Singel.

Nadat daar in 1880 de universiteitsbibliotheek was ingericht, vestigde de Gemeentelijke Universiteit zich in 1880 in de Oudemanhuispoort. In 1877 werd de Hortus Botanicus een universiteitstuin en men betrok ook de dierentuin Artis bij het wetenschappelijk onderwijs. In die omgeving (Plantagebuurt) ontstonden de nieuwe laboratoria, zoals het door W. Springer en B. de Greef ontworpen voorm. Natuurkundig Laboratorium (Plantage Muidergracht 6; 1882, vergroot 1903), een eclectisch gebouw met drielaagse middenpartij en in hoogte verspringende flankerende vleugels. De Dienst Publieke Werken leverde het expressionistische ontwerp voor het Laboratorium Fysica (Plantage Muidergracht 4; 1921-'23), dat sinds 1940 Zeemanlaboratorium heet.

Van dezelfde dienst bouwde A.R. Hulshoff elders rond 1934 in traditionalistische vormen het Geologisch Instituut (Nieuwe Prinsengracht 130) en het A.F. Hollemangebouw (Nieuwe Achtergracht 129) voor organische scheikunde. Het aangrenzende Roeterseilandcomplex (Nieuwe Achtergracht e.o.) omvat onder meer enkele hoge functionalistische bouwblokken met skeletconstructie en glazen vliesgevels (1963-'68 en 1974-'78, N. Gawronski). In 1989-'92 is langs de Roeterstraat nieuwbouw opgetrokken (P. de Bruijn).

Voor het Roeterseiland is in 1997 een stedenbouwkundig masterplan opgesteld (Architecten Cie onder leiding van P. de Bruijn), waarin deze gebouwen zijn opgenomen. Tussen Spuistraat en Singel ligt het structuralistische P.C. Hoofthuis (Spuistraat 134; 1976-'84, Th.J.J. Bosch en A. van Eyck), dat oorspronkelijk is gebouwd voor de Letterenfaculteit.