Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Laat-middeleeuwse en 16de-eeuwse huizen in Amsterdam

betekenis & definitie

Door de enorme ontwikkeling van de stad vanaf het eind van de 16de eeuw is het middeleeuwse woonhuis vrijwel uit het straatbeeld verdwenen. Achter de 17de- en 18de-eeuwse of jongere gevels bevinden zich vaak nog wel oudere bouwmuren of houtconstructies.

De stadsbranden van 1421 en 1452 leidden in grote delen van de stad tot de herbouw van huizen, ditmaal vaker gedekt met pannen en voorzien van stenen bouwmuren. Tussen deze muren zorgde een houtskelet van (gestapelde) korbeelstellen en een kapconstructie met jukken voor de nodige stabiliteit.

Houten voor-en/of achtergevels bleven een gebruikelijke bouwwijze tot in de 16de eeuw en verdwenen pas uit het straatbeeld vanaf de 17de eeuw.Aan de Warmoesstraat zijn enkele restanten van middeleeuwse huizen behouden. Zo bleken de bouwmuren van het gesloopte huis Warmoesstraat 98 een restant van een kort voor 1389 gebouwd huis. Het hoekhuis Warmoesstraat 83/Enge Kerksteeg 4 heeft een 15de-eeuws houtskelet (ingrijpend gerestaureerd 1989-'91 na brand 1984). Kenmerkend bij de kapconstructie is het gebruik van geprofileerde sleutelstukken tussen de gekromde jukbenen en de jukdekbalk, zoals die ook te vinden zijn in het woonhuis Damrak 57.

Het best bewaarde ensemble van laatmiddeleeuwse woonhuizen in Amsterdam wordt gevormd door het Begijnhof (eerste vermelding 1389). De oudere huizen dateren hier van kort na de stadsbrand van 1421. De gevels zijn later veelal vernieuwd, maar diverse huizen hebben nog een houtskelet. Het straatniveau in het begijnhof lag relatief laag ten opzichte van de rest van de stad. De oudere huizen kregen daarom een souterrain, dat als onderhuis kon worden gebruikt. De bel-etage was tot de tweede helft van de 16de eeuw gewoonlijk toegankelijk via een houten buitentrap.

De meeste gevels dateren door vernieuwing en herstel voornamelijk uit de 17de en 18de eeuw. In 1984-'87 zijn 34 van de 45 panden gerestaureerd en gerenoveerd.

Het meest herkenbare oude huis van het begijnhof is het zogeheten Houten Huis (Begijnhof 34), gebouwd kort na 1452 met stenen bouwmuren en voor en achter boven een stenen souterrain houten puntgevels met uitkragende zolderverdieping. Het stijl- en regelwerk van de houten gevels is goed behouden. Een in 1886 bij de voorgevel aangebrachte, te smalle, nieuwe beplanking is bij een restauratie in 1956-'57 vervangen door de huidige beplanking naar voorbeeld van de achtergevel. De plaats van de oorspronkelijke buitentrap is aangegeven met een (afgesloten) deurvak bij de beletage. De roedeverdeling na restauratie is 18de-eeuws van vorm. Inwendig heeft het pand een houtskelet met sleutelstukken voorzien van peerkraalprofilering.

De huizen Begijnhof 2-3 gaan minimaal terug tot het midden van de 16de eeuw (circa 1540) en hebben inwendig een (deels ouder) houtskelet. Boven het stenen souterrain is de gevel van de beletage uitgevoerd in stijl- en regelwerk, opgevuld met baksteen (oorspronkelijk een houten beschieting). Daarboven bevinden zich op consoles uitgebouwde stenen puntgevels.

De tweede bewaard gebleven houten gevel in Amsterdam is te vinden aan de Zeedijk bij het dwarse huis Het Aepgen (Zeedijk 1) uit circa 1550 (d). Boven de winkelpui (circa 1878) met oude puibalk is van de overkragende houten gevel vooral het stijl- en regelwerk goed behouden. De beplanking heeft men rond 1800 grotendeels vernieuwd. Origineel zijn wel de als bescherming van de stijlen verticaal herplaatste planken en de beplanking van de zolderborstwering.

Ook het tweede verdiepingsvenster is nog origineel. Het in 1986-'87 gerestaureerde pand heeft de oude kap behouden en het houtskelet op de verdiepingen. Er zijn ook restanten van de houten wenteltrap.

Achter de latere klokgevel van het diepe huis Warmoesstraat 145 bevindt zich een houtskelet uit 1562 (d). De oorspronkelijk hier aanwezige rijk gesneden korbelen bevinden zich sinds 1904 in de collectie van het Rijksmuseum.

Laat-16de-eeuwse houtskeletten zijn verder te vinden achter de 18de-eeuwse gevel van Oudezijds Voorburgwal 95 (gerestaureerd circa 1970) en Warmoesstraat 104. In Oudezijds Achterburgwal 78 bevindt zich een houtskelet uit circa 1575 en in het bijbehorende (voor)huis Oudezijds Voorburgwal 101 zit een houtskelet met zwanenhalskorbelen uit circa 1620. Het rond 1565 gebouwde en in 1995 ingrijpend gerestaureerde diepe huis St.-Annenstraat 12 heeft een in- en uitzwenkende vroege-renaissancegevel, voorzien van friezen met gebeeldhouwde koppen en een gevelsteen met leeuw. Het interieur bevat een houtskelet met zwanenhalskorbelen en renaissance-schilderingen met beslagwerk en ranken (herplaatst). Rijke plafondschilderingen met beslagwerk en vruchten uit circa 1580 zijn behouden in het later ingrijpend verbouwde hoekhuis Oudezijds Achterburgwal 199. Op de gevel gedateerd ‘1590’ maar in feite daterend uit 1625 is de zwaar gerestaureerde trapgevel van Herengracht 81 (gerestaureerd 1977).