Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Slotjes in Oosterhout

betekenis & definitie

Slotjes. Omringd door nieuwbouwwijken liggen ten zuiden van de oude stadskern enkele buitenplaatsen met landhuizen of ‘slotjes’, die in de 15de of 16de eeuw als kasteelachtige edelmanswoningen ontstonden en in de loop van de tijd ingrijpend werden verbouwd.

Slotje Limburg (Slotlaan 15) is een omgracht, wit gepleisterd gebouw met aan de voorzijde twee lage ronde hoektorens. In de 16de of mogelijk reeds in de 15de eeuw werd een bestaand rechthoekig gebouw in verschillende fasen met vleugels rond een binnenplaats uitgebreid en voorzien van een traptoren en twee ronde hoektorens. In 1798 heeft men dit complex in classicistische trant verbouwd. De huidige omvang kreeg het in 1940, toen men de binnenplaats volbouwde. Het interieur bevat enkele stucplafonds en schoorsteenmantels in Lodewijk XVI-stijl. De schouw met het schilderstuk door W.A.

Fabri en de betimmering van een der kamers zijn afkomstig uit het huis Heuvel 9. Het laat-18de-eeuwse koetshuis annex de dienstwoning heeft een doorrit naar de Slotlaan.

Huis Beveren (Ridderstraat 80) is een landhuis in Lodewijk XVI-stijl, dat omstreeks 1740 ontstond door de verbouwing en uitbreiding van een in de 16de eeuw gesticht edelmanshuis. Huis Brakestein (Ridderstraat 88), is een wit gepleisterd landhuis in empire-stijl, met afzonderlijk koetshuis annex portierswoning. Het huidige huis kwam omstreeks 1800 tot stand door een ingrijpende verbouwing van een slotje op L-vormige plattegrond. Dit 15de- of 16de-eeuwse gebouw kwam in verschillende fasen tot stand. Het geheel ligt aan de rand van een parkbos met serpentinevijver en slingerend padenpatroon. Van Slotje Borsselen of ‘Buitenzorg’ (Ridderstraat 56) is in de loop van de tijd weinig meer overgebleven dan een eenvoudig woonhuis in empire-trant.