Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 13-07-2017

De R.K. St.-Catharina- of Kruiskerk in 's-Hertogenbosch

betekenis & definitie

De R.K. St.-Catharina- of Kruiskerk (Kruisbroedershof 4) is een zich als centraalbouw voordoende kerk, in 1916-'17 gebouwd met behoud van een uit 1533 daterende, vierzijdig gesloten koorpartij.

Dit oudste bouwdeel is opgetrokken in baksteen met banden van mergel en heeft rondvensters en een schijntriforium. Het koor is gedeeltelijk over de Binnendieze gebouwd. Oorspronkelijk was het de kapel van het in 1629 gesloopte Kruisbroederklooster. In 1569 werd de kapel tot parochiekerk verheven, waarna het gebouw in 1601-'09 mogelijk werd verlengd en een smallere zijbeuk kreeg. Tegen de noordzijde van het koor verrees in 1619 een pastorie. Na 1629 kende de kerk verschillende bestemmingen tot het in 1811 weer in rooms-katholieke handen kwam. In 1841 werd de kerk met uitzondering van het koor gesloopt en vervangen door een kruiskerk (1842-'44). Die maakte op haar beurt plaats voor het huidige gebouw, naar ontwerp van J. Stuyt. De vormgeving van deze gepleisterde bakstenen kerk is geïnspireerd op Byzantijnse en romaanse voorbeelden. Het centrum van het gebouw is een grote, zestienkantige koepel op achtkantige onderbouw, die als een van de eerste in Nederland is uitgevoerd in gewapend beton. Onder de dakrand van de kalotvormige koepel bevindt zich een dwerggalerij met tegelmozaïek. Twee traptorens flankeren de westgevel, waarop een beeld van de H. Catharina zit.

De kerk bezit vier klokken, vervaardigd door Jan Moor (1562), Melchior Haze (tweede helft 16de eeuw), Alexius en Petrus Petit (1759) en Henricus Petit (1791). De kerk is in 1995-'97 uitwendig gerestaureerd. De gevel van de voormalige pastorie, uitgevoerd in mergel en zandsteen, heeft men bij die restauratie gereconstrueerd. Met zijn voluutvormige gevelbeëindiging en het gebruik van mergel doet deze maniëristische gevel Zuid-Nederlands aan.

Ondanks de lengteas, gevormd door ingangspartij en koor, wekt de kerk ook van binnen de indruk van een centraalbouw. J. Oosterman heeft de koepel in 1919-'25 inwendig beschilderd. Het orgel, in 1849-'51 gebouwd voor de vorige kerk door vader en zoon J. en J.J. Vollebregt, heeft men na de voltooiing van de nieuwe kerk in gewijzigde vorm in de koorabsis herbouwd. De orgelgalerij en de orgelkast zijn van de hand van F. Donkers. De eikenhouten preekstoel dateert van omstreeks 1625; op de panelen prijken afbeeldingen van Christus op de berg Thabor en van de evangelisten met hun symbolen. De trap werd in 1846 toegevoegd. Verder bezit de kerk een collectie 17de- en 18de-eeuwse schilderijen.