Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 13-07-2017

De R.K. kerk St.-Petrus' Banden in Hilvarenbeek

betekenis & definitie

De R.K. kerk St.-Petrus' Banden (Vrijthof 28) is een grotendeels bakstenen, driebeukige gotische kruiskerk, waarvan de hoge westtoren als een van de mooiste voorbeelden van de Kempische gotiek mag gelden. De kerk verrees in de 14de eeuw op de plaats van een tufstenen voorgangster, maar is in de loop der eeuwen verscheidene malen verbouwd en uitgebreid.

Het schip is nog gedeeltelijk 14de-eeuws en het koor dateert uit de eerste helft van de 15de eeuw. De iets later gebouwde dwarsarmen werden tussen 1520 en 1527 in fasen verhoogd en verbreed. Het muurwerk van het koor bevat veel tufsteen en ook de noordelijke dwarsarm is rijk voorzien van speklagen in tufsteen. De noordbeuk, deels 15de-eeuws en deels uit het eerste kwart van de 16de eeuw, werd in 1557 verhoogd en kwam onder één dak met het middenschip. De zuidbeuk bouwde men waarschijnlijk in het eerste kwart van de 16de eeuw. Anders dan de noordbeuk is de zuidbeuk even hoog en breder dan het middenschip, zodat een tussenvorm is ontstaan van een pseudobasiliek en een hallenkerk. Bij het herstel na een brand in 1583, waarbij de kappen verloren gingen, kreeg de kerk weer houten tongewelven, waarbij die van het schip werden voorzien van korbeelstellen.

De kapel aan de zuidzijde van het koor is in de tweede helft van de 16de eeuw gebouwd; de sacristie aan de noordzijde dateert uit 1933. De oorspronkelijke vensterharnassen zijn verdwenen; nieuwe traceringen werden aangebracht bij restauraties omstreeks 1900 en in de jaren zestig van de 20ste eeuw. In het interieur herinneren de deels blinde lichtbeukvensters van het middenschip aan de oorspronkelijke aanleg met lage zijbeuken. Tot de inventaris behoren een houten beeld van Christus op de Koude Steen (eerste helft 16de eeuw), twee koperen lichtkronen (16de eeuw), de preekstoel met rijk snijwerk in renaissance-stijl (1648) en de koorbanken met eenvoudiger renaissance-snijwerk (tweede kwart 17de eeuw). Het overige, barokke meubilair werd grotendeels aangekocht in België, zoals twee laat-17de-eeuwse biechtstoelen en een vroeg-18de-eeuws zijaltaar met beeldje van St. Sebastiaan uit 1729 door Walter Pompe. Het doopvont en de godslamp dateren ook uit de 18de eeuw. B.P. van Hirtum bouwde in 1840 het orgel.

De toren verving omstreeks 1450 een oudere, wellicht door brand verwoeste voorganger. De nieuwe toren kwam enkele meters westelijker te staan, waarvoor het schip met een travee werd verlengd. De torenspits, uitlopend in een peervorm en bekroond door een open lantaarn met peervormige helm, kwam tussen 1615 en 1621 gereed in de laatste fase van het herstel van kerk en toren na de brand in 1583. De toren dankt zijn sprekende silhouet aan het naar boven toe geleidelijk slanker worden van de drie geledingen en de vele versnijdingen van de haakse steunberen, die van puntige details zijn voorzien. De gevels zijn versierd met vele korf- en spitsboognissen. Het ingangsgedeelte, met speklagen in natuursteen, werd in 1550 gewijzigd. Boven het portaal zit een spitsboogvenster in een diepe nis, afgesloten met een natuurstenen balustrade die gedragen wordt door kraagstenen in de vorm van menselijke figuurtjes.