Monumenten in Nederland: Noord-Brabant

Ton Kappelhof, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Nelleke Reijs en Ronald Stenvert (1997)

Gepubliceerd op 02-01-2020

19de-eeuwse huizen in 's-Hertogenbosch

betekenis & definitie

In het begin van de 19de eeuw kregen veel oude panden een nieuwe gepleisterde lijstgevel met sobere classicistische vormen. Eerst volgde men de ranke empire-versieringen, maar vanaf 1820 werd de vormgeving robuster en strenger.

Na 1850 kregen de gevels door toepassing van geprefabriceerde bouwdecoraties een rijker aanzien. Het herenhuis Wolvenhoek 2-4, met gepleisterde gevels en natuurstenen ingangspartij uit 1825, is een vroeg voorbeeld. Het pand heeft een monumentale hal met trappenhuis en diverse originele stucplafonds. Hinthamerstraat 176-178, gebouwd omstreeks 1840, is een goed voorbeeld van het strakke neoclassicisme dat ook neo-Grec genoemd wordt. Rechts naast het huis staat een koetshuis met sobere kroonlijst. Rijker is het monumentale herenhuis Peperstraat 6, gebouwd omstreeks 1840 voor A.T. baron van Rijckevorsel van Kessel, wellicht naar ontwerp van de Brusselse architect H.

Partoes. Deze architect ontwierp in ieder geval het nabijgelegen monumentale herenhuis Peperstraat 14-16 (1846). Beide panden hebben gepleisterde gevels en vensters met rondbogen. Bij het laatstgenoemde pand zitten die op de begane grond. Links heeft het huis een inrijpoort voor het koetshuis. Ook Korenbrugstraat 11, Peperstraat 11-13 en Brede Haven 18 (omstreeks 1845) zijn voorbeelden van het strenge neoclassicisme.

Kenmerkend voor de periode tot 1845 zijn de zogeheten vensters met waaierzwikken en wisseldorpelklosjes, zoals te zien bij Hinthamerstraat 4 en Kruisstraat 21. De ongeveer uit 1860 daterende voorgevel van Verwersstraat 19 heeft een bepleistering met verzorgd gedetailleerde, maar rijker uitgevoerde, neoclassicistische elementen. Enkele van de schuifvensters zijn voorzien van wisseldorpelklosjes.

Omstreeks 1845 kreeg een aantal in opzet neoclassicistisch panden een neogotisch uiterlijk door toepassing van gotisch vorm gegeven stucwerkelementen en gietijzeren traceringen. Het mooiste voorbeeld van deze Willem II-gotiek is Markt 39-40 uit omstreeks 1845.

Ook Verwersstraat 11-15a is uitgevoerd in deze stijl. Het bovenste deel van die gevel wordt geleed door overhoekse pinakels, met boven de begane grond een sierband met vierpasmotieven. Een duidelijk en vroeg voorbeeld van de toepassing van geprefabriceerde bouwdecoraties is het herenhuis Markt 11, nu supermarkt, gebouwd in 1861 naar ontwerp van de Brusselse architect P. Peeters. De gevel, uitgevoerd in eclectische stijl, wordt gedomineerd door twee rijen grote consoles; een attiekstuk met segmentboog sluit hem aan de bovenzijde af. Een vergelijkbaar gebruik van consoles en pilasters is te zien aan Markt 61 uit omstreeks 1875.

St.-Jorisstraat 22 is een karakteristiek voorbeeld van eclectische stijl; de gepleisterde gevel heeft zware vensteromlijstingen met afgeronde hoeken en geprefabriceerde kuifstukken. Opvallend zijn de half in de kroonlijst stekende oeilde-boeufs. Andere goede voorbeelden van deze stijl zijn: Hinthamereinde 78 (omstreeks 1860), Brede Haven 61-64 (omstreeks 1875), Smalle Haven 183-185 (1873), 193-195 (1871), 199-213 (1877), Vughterstraat 129-131 (omstreeks 1870) en 166 (omstreeks 1870). Ook eclectisch van karakter, maar met sterke Vlaamse invloeden is het herenhuis Postelstraat 44 uit omstreeks 1880; de uitbundige vormgeving kan ook neobarok worden genoemd. Vergelijkbare voorbeelden zijn Van Tuldenstraat 23-23a (1886) en de twee herenhuizen St.-Josephstraat 7 en 9 (omstreeks 1880).

In het laatste kwart van de 19de eeuw voert men de meeste woonhuizen weer uit in schoon metselwerk, waarbij men decoratieve elementen in natuursteen, siermetselwerk of hout gebruikt. De decoratie vertoont soms neogotische, maar vaker neorenaissance-elementen en een enkele keer een combinatie van beide invloeden. Voorbeelden hiervan zijn de herenhuizen Oude Dieze 4-22, gebouwd in de jaren 1887-'88. De nummers 4 en 6 waren atelier en woonhuis van de beeldhouwer H. van der Geld. In de gevel zijn gebeeldhouwde taferelen uit het middeleeuwse bouwbedrijf opgenomen en boven de deur staat het opschrift: ‘arbeyd sere voert tot eere’. Brede Haven 5-6 (1889) is een voorbeeld van zuivere neorenaissance.

Aan het eind van de 19de eeuw kregen de in schoon metselwerk uitgevoerde woonhuizen, met overwegend neorenaissance-elementen, ook overstekende dakvlakken met decoratief houtwerk. Een voorbeeld van deze chaletstijl is de stalhouderij annex woonhuis Havensingel 17-18 uit 1898, naar plannen van J. Dony. De overstekken, dakkapellen en hoektoren zijn uitgevoerd met rijk houtsnijwerk. Dit geldt ook voor het Tilmanshofje (Parklaan 14a-20a) uit omstreeks 1895. Het is tevens een van de weinige overgebleven voorbeelden van eenvoudige woningbouw, waarvan andere voorbeelden zijn: Bleekerstraatje 8-12 (gerenoveerd 1991), in het steegje Achter de Wereld (naast Peperstraat 15) en Walpoort 35-45 (1884).

In de nieuwe wijk Het Zand, gelegen tussen stad en station, verrezen vanaf 1890 herenhuizen en burgermanswoningen in deze neorenaissance- en chaletstijl. Zeer rijk uitgevoerd is de bebouwing langs de Stationsweg. De rij herenhuizen Stationsweg 2-26 kwam in 1896-'98 tot stand in opdracht van de ‘Maatschappij de Stationsweg’. De individueel verschillende neorenaissance-panden werden alle door J. Dony ontworpen. De eveneens individueel vormgegeven herenhuizen aan de andere zijde, Stationsweg 1-7 en 15-35, verrezen naar ontwerpen van J.

Dony, A.J. van Kempen en K.C. Suyling. De hoekpanden van beide blokken worden geaccentueerd met rechthoekige of meerzijdige hoektorentjes voorzien van verschillend opgebouwde spitsen. De panden Koninginnelaan 3-13 werden in 1898 gebouwd naar ontwerp van L. Frankefurt en hebben grote erkers. Uit 1896 dateren de in vergelijkbare, rijke neorenaissance-vormen uitgevoerde herenhuizen Van der Does de Willeboissingel 1-5 en 6-10, de eerste naar plannen van J.

Dony, de tweede van P.Th. Stornebrink. In de zijstraten verrezen eenvoudiger huizen in dezelfde stijl, bijvoorbeeld de burgerhuizen Luybenstraat 1-25 (1896), ontworpen door J. Dony, en de boven- en onderwoningen Van Heurnstraat 9-71 (1903) naar ontwerp van F. Hoenselaar. Aan de andere kant van de schaal stond de rijke Villa Illusio, nu ‘Chalet Royal’ (Wilhelminaplein 1), dat in 1899 op het voormalige bastion Vught werd gebouwd voor de industrieel Rouppe van der Voort.