Gepubliceerd op 02-01-2020

Poorten en hofhuizen in Maastricht

betekenis & definitie

Poorten en hofhuizen. Adellijke families bouwden in de middeleeuwen in Maastricht stenen huizen met twee of meer vleugels om een, via een poort toegankelijke, binnenhof.

Enkele van deze complexe huizen of ‘poorten’ zijn herkenbaar gebleven. De Poort van Gronsveld (Bredestraat 12) wordt voor het eerst genoemd in 1324 als het in bezit komt van ridder Hendrik van Gronsveld.

Het belangrijkste middeleeuwse restant is de in kolenzandsteen gebouwde 14de-eeuwse kelder van het huidige, zeer brede, herenhuis, dat is ontstaan door samenvoeging en verbouw van oudere panden in het begin van de 18de eeuw. De muur van het achterterrein eindigt bij een toen eveneens vernieuwd poortgebouw (Heggenstraat 13), waarvan de hardstenen poortomlijsting middeleeuws is.

De oorspronkelijke profilering is weggekapt. Bij het vroeg-18de-eeuwse pand Stokstraat 41 bleef een 15de-eeuwse poortomlijsting met laat-gotische profilering behouden; de wapenschildjes zijn echter afgekapt.

De Poort van Beusdael (Hoogbrugstraat 43) kwam in de 16de eeuw tot stand in opdracht van de heer van kasteel Beusdael bij Epen en werd in 1690 door koopman Michiel Peerboom ingrijpend verbouwd. De classicistische hardstenen voorgevel van het vierlaags hoofdgebouw dateert van die verbouwing.

Midden boven de onderpui zit een gevelsteen met het jaartal ‘1690’ en de wapens van Peerboom en zijn echtgenote Cornelia Vliexs. De ingang met ovaal bovenlicht is later aangebracht.

Bij de restauratie van het complex in 1947 heeft men de koetspoort dichtgezet met een glaspui. Het hoofdblok heeft links een bakstenen trapgevel, rechts een geheel in mergel opgetrokken trapgevel en achter een in vakwerk uitgevoerd gedeelte.

Langs het Wyckergrachtje staat een 16de-eeuwse tweelaags achtervleugel met een mergelstenen zijgevel, bij de verdieping voorzien van laat-gotische hardstenen vensteromlijstingen met accoladeboog.Een in oorsprong eveneens 16de-eeuws poortcomplex is Van Hasseltkade 9, waarvan de in 1982 gerestaureerde achterbouw het oudst is. De zijgevel aan de Raamstraat en de zeshoekige traptoren aan de achterzijde hebben mergelstenen speklagen. In een van de hoekblokken is het jaartal 1589 gegrift. De ingang- en vensteromlijstingen, waaronder twee laat-gotische kruisvensters met accoladeboogomlijsting in de achtergevel, zijn uitgevoerd in hardsteen. Het complex kreeg in de 18de eeuw aan de oostzijde twee vleugels om een binnenplaats, waarvan de noordvleugel (Van Hasseltkade 9) redelijk goed behouden bleef en de zuidvleugel (Van Hasseltkade 11) rond 1860 werd verbouwd en verhoogd. Hierbij bouwde men op de voormalige binnenplaats een pand in aangepaste stijl (Van Hasseltkade 10).

De Poort van Leuth (Keizer Karelplein 19) wordt voor het eerst vermeld in 1551.

Bij een ingrijpende verbouwing in 1626 ontstond het huidige complex met een poortgebouw en twee vleugels in Maaslandse bouwwijze om een binnenplaats. De Gaverenpoort (Kapoenstraat 21-23) is een in de 18de en 19de eeuw sterk verbouwd complex, voorzien van een koetspoort met geblokte hardstenen omlijsting. Het oudste gedeelte gaat terug tot de 17de eeuw en heeft kelders met een mergelstenen en een bakstenen tongewelf. De Poort van Oost (Kapoenstraat 3-5) werd gesticht door de heer van Oost bij Eijsden. Het huidige complex kwam tot stand bij een vernieuwing in 1707. Dat jaartal staat in Romeinse cijfers op de geblokte hardstenen koetspoort in de wit geschilderde voorgevel.

Het bovenlicht van de koetspoort is vroeg-19de-eeuws. Midden 18de eeuw kreeg de in oorsprong veel oudere Poort van Reckem (Bredestraat 17) een nieuwe voorgevel in Lodewijk XV-stijl met rijk uitgevoerde koetspoort. De door geblokte lisenen geaccentueerde middenpartij wordt bekroond door een fronton met een gestukadoorde voorstelling van een exotisch landschap. Het baksteenwerk van de gevel is rond 1905 vernieuwd. De oorspronkelijk door de heer van Eynenberch, ridder van 's Heeren Elderen, gestichte Poort van Eynenberch (Bouillonstraat 2-6) is in zijn huidige, midden-18de-eeuwse, toestand een zeer groot, wit geschilderd herenhuis met twee zijvleugels. Een smeedijzeren hek met hardstenen pijlers in Lodewijk XV-vormen sluit de binnenplaats aan de straatzijde af. Van de oudere toestand resteert de achtergevel met mergelstenen speklagen en muizentandlijst.

De magistraatsfamilie Van Slijpe bezat vanaf eind 17de tot begin 19de eeuw de zogeheten Hof Van Slijpe (Bouillonstraat 8-10). Kort na 1684 werden twee oudere 17de-eeuwse huizen samengevoegd tot een L-vormig complex. Aan de straat staat een tweelaags bouwdeel geflankeerd door eenlaags zijvleugels met wit geschilderde gevels voorzien van kroonlijsten met consoles. Het overwegend 17de-eeuwse complex werd in het derde kwart van de 18de eeuw verbouwd, waarbij de koetspoort werd vervangen door een in Lodewijk XV-vormen uitgevoerde hardstenen ingang met zijlichten. De ionische pilasters van de oude poort bleven behouden. Het drielaags herenhuis Kapoenstraat 2 heeft een brede en hoge eclectische voorgevel uit 1882, gebouwd in opdracht van koffiebrander J.

Hustinx. De koetspoort in het middenrisaliet geeft toegang tot het oudere achterliggende complex met vier vleugels om een binnenplaats. Uit de 17de eeuw dateren de zuidvleugel later voorzien van een plat dak - en de westvleugel. De vensters zijn later gewijzigd. De oostvleugel dateert uit de 18de eeuw en de noordvleugel is deels 19de-eeuws. Ten slotte is er de Hof van Tilly (Grote Gracht 90-92).

Claude Frederik graaf van Tilly liet tussen 1698 en 1714 de 16de-eeuwse Refugie van Munsterbilsen verbouwen tot herenhuis. De toegangspoort met Lodewijk XIV-elementen heeft naar voren gebogen vleugels, vaasvormige hoekbekroningen en een attiek met fronton en cartouche met het bouwjaar. Rechts van de poort staat een in 1741 opgetrokken woning met een hardstenen lijstgevel in Lodewijk XV-stijl. Aan de achterzijde van dit gebouw bevindt zich een oorspronkelijk vrijstaande coulissen-muur uit 1714 met pilasters en hoofdgestel in Lodewijk 25 stijl. Het hier aangebrachte grote reliëf, voorstellende de schaking van Amphitrite door Neptunus, maakte deel uit van een fontein. Aan de langgerekte binnenplaats resteren van het oorspronkelijke U-vormige herenhuis uit 1714 de ingrijpend verbouwde midden- en rechtervleugel; de linkervleugel werd in 1748 verwoest.

In de noordoosthoek zijn kelders van een tot de refugie behorend gebouw behouden gebleven. Het complex werd in 1835 in gebruik genomen als openbare lagere school. Bij de omvorming tot Rijkskweekschool in 1880 verrees ook een nieuwe schoolvleugel. Van deze school resteert verder de gymnastiek- of turnzaal uit 1885, uitgevoerd in vakwerkbouw met chaletstijl-elementen.