Gepubliceerd op 02-01-2020

Neerbeek (gemeente Beek)

betekenis & definitie

Dorp, ontstaan in de middeleeuwen aan de Keutelbeek en voor het eerst vermeld in 1225. De oudste bebouwing ligt langs de Keulsteeg, de Neerbekerstraat, in de bocht van de Spaubekerstraat en langs een deel van de Fattenbergstraat.

Na de aanleg van de Staatsmijn Maurits te Geleen (1925) en de oprichting van een parochiekerk (1931) groeide het dorp. Neerbeek is na de Tweede Wereldoorlog een forenzendorp geworden en heeft zich verder uitgebreid in noordwestelijke richting.