Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) Janskerk in Maastricht

betekenis & definitie

De (Herv.) Janskerk (Vrijthof 24), nu een S.O.W.-kerk, is een tegen een helling gebouwde driebeukige basilicale kerk met een hoger, vijfzijdig gesloten koor, enkele zijkapellen, een sacristie en een forse westtoren. Deze in 1218 voor het eerst genoemde parochiekerk werd gesticht als gevolg van de splitsing van parochiale en collegiale taken van de naastgelegen St.-Servaaskerk.

De Janskerk ging in 1632 in protestantse handen over. Het huidige gebouw kwam in de 14de en in het begin van de 15de eeuw tot stand in mergelsteen op een onderbouw van kolenzandsteen en hardsteen.

Het begin 14de eeuw gebouwde schip heeft een vernieuwde kap uit circa 1415 (d). De luchtbogen ter ondersteuning van het middenschip zijn grotendeels weggewerkt onder de lessenaarsdaken van de zijbeuken.

De kap van het rijzige koor werd rond 1401 (d) voltooid. De sacristie (nu consistoriekamer) aan de zuidzijde dateert uit dezelfde tijd als het koor, de kapel aan de noordzijde (nu doopkapel) uit 1414.

Ten noorden van de toren bevindt zich een 16de-eeuwse, in hardsteen uitgevoerde kapel. De kerk is in 1909-'12 en in 1981-'85 gerestaureerd.Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven. De ronde hardstenen zuilen hebben kapitelen met een gestileerd bladmotief. In het koor rusten de schalken op consoles met apostelkoppen en ook de kraagstenen van de doopkapel zijn versierd met figuraal beeldhouwwerk. In de kerk zijn enkele 15de-eeuwse schilderingen behouden. Tot de kerkinventaris behoren een door Coenraad Pierkens vervaardigde preekstoel in Lodewijk XVI-vormen (1779), een marmeren doopvont (begin 19de eeuw) en een door J. Binvignat gebouwde orgelkast (1806; instrument 1992).

De kerkvloer bevat grafzerken vanaf het midden van de 14de tot en met de 17de eeuw, waaronder een zwart marmeren grafplaat voor Robert van Ittersum († 1669). Verder is er een marmeren epitaaf in classicistische vormen voor Margaretha Elisabeth Cabeliaeu-de Grijse († 1658).

De toren bestaat uit twee geledingen met haakse steunberen, een hoge geleding met overhoekse steunberen, een zeszijdige traptoren en een opengewerkte achtzijdige lantaarn met traptorentje en een spits met frontalen. De in kolenzandsteen en hardsteen uitgevoerde vroeg-gotische onderbouw hoort bij een vroeg-14de-eeuwse toren die bij een storm in 1373 grotendeels verloren ging. De laat-gotische mergelstenen geledingen met balustrades kwamen tot stand bij het herstel in de 15de eeuw. De hoge lantaarn was rond 1485 voltooid. Bij de torenrestauratie in 1877-'85 naar plannen van P.J.H. Cuypers is de huidige spits aangebracht.

De door hem ontworpen pinakels zijn verkleind bij de tweede restauratie in 1929-'30. De oorspronkelijke 15de-eeuwse rode beschildering is hersteld tijdens de derde restauratie in 1981-'85 naar plannen van architectengroep Dingemans, De Vries & partners. In de toren bevindt zich een grote 15de-eeuwse houten klokkenstoel met een door Joannes en Josephus Plumere gegoten klok (1687).