Gepubliceerd op 02-01-2020

Pakhuizen in Groningen

betekenis & definitie

Pakhuizen. Nabij de diepenring rond de binnenstad en de daarop aansluitende vaarwegen is een zeer groot aantal pakhuizen te vinden, waarvan de meeste dienden voor de opslag van graan en bier.

Nu hebben ze vrijwel alle nieuwe bestemmingen gekregen als kantoor- en bedrijfsruimte of als appartementengebouw. Vanwege het grote aantal geven we een representatieve selectie; de nieuwe bestemmingen noemen we daarbij niet.Vanouds had de stad als stapelmarkt voor de producten van de Ommelanden behoefte aan opslagruimte. De grotere middeleeuwse huizen dienden vaak voornamelijk als handels- en opslagruimte. Na de middeleeuwen kwamen nieuwe pakhuizen tot stand, maar dikwijls voorzag men ook oude huizen van een pakhuisgevel. Een 17de-eeuwse kern heeft het pakhuis Kleine Sleutel (Vishoek 2). De zuidgevel heeft een overwegend 19de-eeuws karakter maar toont oudere bouwsporen en inwendig heeft het onderkelderde gebouw moer- en kinderbintbalklagen. Eveneens van 17de-eeuwse oorsprong zijn de pakhuizen Kleine Butjesstraat 3 en 5, waarvan het laatste in de 19de eeuw is verbouwd.

Aan de Hoge der A staan diverse oude pakhuizen. Het vierlaags pakhuis London (Hoge der A 21) in de kern een 15de-eeuws huis met kap uit de bouwtijd heeft een gevel met de gebruikelijke opbouw met hijsluiken en trijshuisje in de middentravee en aan weerszijden halfrond gesloten vensters. De wit geschilderde tuitgevel toont sporen van oudere vensteropeningen. De neuten van de ingang zijn gedateerd 1728 en versierd met een zeemeermin en een zeemeerman. Het pand is gerestaureerd in 1981. De ernaast gelegen drie, in de rooilijn verspringende, pakhuizen Hoge der A 22-23 zijn vergelijkbaar van opzet en in de kern nog gedeeltelijk middeleeuws.

Bij de 19de-eeuwse pakhuisgevels ontbreken de trijshuisjes. De panden zijn gerestaureerd en verbouwd in 1981-'83. Ook vergelijkbaar is het pakhuis Libau (Hoge der A 5) met laat-13de-eeuwse kern en in de 18de eeuw voorzien van een traditionele pakhuisgevel. Andere oude, maar in de 19de eeuw vaak wel enigszins verbouwde, pakhuizen met dezelfde opzet zijn onder meer Bruine Ruiterstraat 10, Burchtstraat 8 (achterkant Gedempte Zuiderdiep 15), Gasthuisstraat 9 en de pakhuizen Hamburg (Hoekstraat 42) en Amsterdam (Hoekstraat 44), waarvan de gevels blijkens gevelstenen respectievelijk uit 1714 en 1731 dateren. Het recent tot wooneenheden verbouwde pakhuiscomplex Oosterkade 2 van het Groninger veem was bestemd voor het opslaan van graan en bewerkte agrarische producten. Het werd gebouwd in 1878 in neoclassicistische vormen, kort na de aanleg van de Oosterhaven en het Eemskanaal.

Het langgerekte zeslaags complex herbergde vijf afzonderlijke pakhuizen, waarvan de namen Duna, Newa, Donau en Weichsel verwijzen naar de Oost-Europese handelscontacten. In de tweede helft van de 19de eeuw kregen de traditionele pakhuisgevels een iets plastischer behandeling. Men paste getoogde in plaats van halfronde openingen toe en deze zijn vaak in een verdiept veld of een doorgaande, halfrond afgesloten nis gevat. Voorbeelden zijn de gevels van de drie hoge pakhuizen Hardewikerstraat 5-9 (1879) en het graanpakhuis Lage der A 21 (1875). Het uit 1880 daterende graanpakhuis Engeland (Noorderhaven 19-21) heeft een lijstgevel, waarbij de middelste traveeën zijn verhoogd. Aan de rechterzijde staat een hoge, gesloten uitgevoerde uitbreiding uit 1930 naar ontwerp van M.G.

Eelkema. Bijzonder robuust en plastisch van uitwerking is de gevel van het pakhuis Orion (Lijnbaanstraat 8) uit 1880. In de trapgevel met ver uitstekende afdekkingen zijn in gietijzer de naam en het bouwjaar aangebracht. Het pakhuis Overijssel (Aweg 44), gebouwd in 1884 in opdracht van J.G. Louman, heeft gietijzeren rozetvensters, hoeklisenen en een middenrisaliet met gepleisterde speklagen.

Het grote, vijflaags voorm. pakhuis Bremen (Westerkade 14a-15), gebouwd in 1891 voor graanhandelaar A.J. Wijnne, heeft een gebogen voorgevel. Het mozaïek met kaasdragers op de begane grond dateert uit 1949, toen het in gebruik was als kaaspakhuis. Vooral de centrale ingangstravee is sterk verbouwd. Vanaf het eind van de 19de eeuw komen meer vijf tot zeven bouwlagen hoge pakhuizen tot stand. Traditioneel van opzet, maar voorzien van eenvoudige jugenstilelementen, is het vijflaags voorm. pakhuis Haddingestraat 18 uit 1901, gebouwd in opdracht van B.

Wortelboer. Het vijflaags koffiepakhuis Nieuweweg 33 verrees in 1902 voor de firma Tiktak naar een ontwerp van G. Nijhuis. Het uit 1885 stammende pakhuis Lage der A 12 is in 1903 met twee hijstraveeën verbreed en verhoogd tot zeven bouwlagen. Een strakke gevel met alleen een getoogd fries als decoratie heeft het vijflaags korenpakhuis Friesland (Aweg 43), gebouwd in 1912 naar ontwerp van K.H. en T. Holthuis in opdracht van J. van der Veen en M.

Dijkstra. Een duidelijke vernieuwing in de pakhuisarchitectuur is te vinden bij het dekkledenmagazijn van de Gebr. Waterborg, Lage der A 2, gebouwd in 1923 naar plannen van B. Kazemier & T. Tonkens. Nieuw is zowel de asymmetrische opzet van dit zeslaags bouwwerk als de toepassing van reeksen stalen laddervensters.

Het houten trijshuisje is opgenomen in een afsluitende rondboog van de hijstravee. Een gevelsteen met het opschrift ‘In de jachtwagen 1723’ herinnert aan een oude schippersherberg die hier eens heeft gestaan.

Eveneens naar plannen van B. Kazemier & T. Tonkens kwam in 1924 de graansilo aan het Winschoterdiep Westzijde tot stand op de onderbouw van een uit 1890 daterend graanpakhuis. Een glazen dakpaviljoen gaf uitzicht op het laden en lossen.