Gepubliceerd op 02-01-2020

Middeleeuwse huizen in Groningen

betekenis & definitie

Middeleeuwse huizen De oudste stenen huizen van Groningen werden aan het eind van de 13de en het begin van de 14de eeuw gebouwd langs de markten en de daarop aansluitende oude noord-zuid-verbindingen, zoals de Oude Boteringestraat, de Oude Ebbingestraat en de Oosterstraat. Ook bij de haven aan de Hoge der A en de Brugstraat werden al vroeg stenen huizen gebouwd.

Bij veel huizen in de binnenstad gaat achter de meestal 18de- of 19de-eeuwse gevel of de bepleistering nog een middeleeuwse kern schuil, meestal bestaand uit muurwerk, en soms ook uit balklagen, kapconstructies of kelders. De grote middeleeuwse huizen uit de 13de en vroege 14de eeuw hadden voornamelijk een handels- en opslagfunctie.

Gewoond werd meestal in zij- of achterhuizen bij het hoofdhuis. De kelders waren meestal vanaf de straat toegankelijk en konden apart worden verhuurd.Aan de zuidzijde van de Grote Markt staan enkele huizen die in hun kern tot de vroegste stenen bouwwerken van de stad behoren. Een van de oudste kelderresten in de stad heeft Grote Markt 40; het betreft mogelijk laat-12de-eeuws kistwerk van een relatief klein formaat kloostermoppen met daartussen een vulling van veldkeien. Het pand erboven is gezien een gevelsteen in de oostmuur onder meer in 1565 vernieuwd en heeft een 19de-eeuwse blokbepleistering en lijstgevel met laat-19de-eeuwse winkelpui. Het pand Grote Markt 36, waarin sinds het eind van de 18de eeuw het hotel ‘De Doelen’ is gevestigd, heeft een 13de-eeuwse kelder met hangkoepelgewelven en gordelbogen. Het uiterlijk wordt nu bepaald door de laat-18de-eeuwse lijstgevel en het schilddak met topschoorsteen. Het ernaast gelegen onderkelderde pand met klokgevel uit 1730 is mogelijk oorspronkelijk als zijhuis van nummer 36 gebouwd.

Ook het diepe pand Grote Markt 39, nu het bekende studentencafé ‘De Drie Gezusters’, heeft in de zijmuren en de achtergevelrestanten van 13de-eeuws muurwerk. De inmiddels ingebouwde oorspronkelijke achtergevel heeft in de top nog resten van twee rijen rondboognissen. De verhoging van het voorhuis en de voorgevel met omlopende kroonlijst zijn laat-18de-eeuws. Het pand Grote Markt 38, met een halsgevel die voorzien is van gebeeldhouwde klauwstukken, is wellicht ontstaan als zijhuis van nummer 39.

Het vroeg-13de-eeuwse Calmershuis (Oude Boteringestraat 24) is waarschijnlijk gebouwd in opdracht van de familie Calmers, die het in ieder geval in 1338 al bewoonde. Het zware muurwerk van de zijmuren en de oorspronkelijke achtergevel van dit diepe huis hebben nog enkele kleine momenteel van buiten niet zichtbare romaanse getoogde vensters en spleetvensters. Het muurwerk met grote kloostermoppen van de oude linker zijgevel is te zien in een smalle steeg, de overige gevels zijn later geheel gepleisterd. De kelder wordt overdekt door hangkoepelgewelven op gordelbogen. Daarboven bevinden zich een hoge beletage (zaal) en twee lagere verdiepingen. Het achterhuis bevat een kelder overdekt door een samengestelde balklaag met daarop kloostermoppen.

De balklagen en de kapconstructie van het voorhuis dateren van een verbouwing uit omstreeks 1543. De voorgevel is in de 18de eeuw vernieuwd en voorzien van een klokgevel. Van 1910 tot 1982 was het huis in gebruik bij firma J.B. Wolters, later Wolters-Noordhoff. In 1913 werd het achterhuis grotendeels gesloopt en herbouwd met dezelfde hoogte als het voorhuis. Bij de voorgevel verving men een 18de-eeuwse erker door twee grote nieuwe vensters, voorzien van neorenaissance-schelpboogvullingen. Sinds de restauratie in het begin van de jaren negentig is het pand in gebruik bij de Open Universiteit.

In de Oude Boteringestraat hebben nog meer panden achter de jongere gevel een middeleeuwse kern. Het dwarse pand Oude Boteringestraat 52 heeft in de toppen van beide kopse gevels een 13de-eeuwse nissengeleding. Verder bevat het huis resten van een houten kelderzoldering ondersteund door een onderslagbalk met standvinken; de kapconstructie is 15de-eeuws met hergebruikte onderdelen. Van het diepe huis Oude Boteringestraat 12 gaan delen van het muurwerk terug tot de 13de of het begin van de 14de eeuw. Aan de achterzijde bevinden zich resten van een houten kelderzoldering uit circa 1400. Bij een ingrijpende verbouwing in 1517 kreeg het huis onder meer een nieuwe achtergevel en in 1764 een nieuwe voorgevel met rococo-consoles en een cartouche met het bouwjaar.

Ook Oude Boteringestraat 71 bezit een houten kelderzoldering. De diepe huizen Oude Boteringestraat 10 en 14 hebben een 15de-eeuwse kern. Dat is eveneens het geval bij het in opzet tweebeukige hoekhuis Oude Boteringestraat 72, waarvan de linker zijgevel is voorzien van korfboognissen. De kapconstructie heeft een vlieringvloer met bakstenen op kleine balken tussen de jukken. De voorgevel dateert van een verbouwing rond 1800.

Het Hinckaertshuis (Oude Kijk in 't Jatstraat 6) is een diep onderkelderd pand uit de late 13de eeuw. De kelder heeft hangkoepelgewelven op gordelbogen. Ook de sporenkap stamt uit de bouwtijd; aan het eind van de middeleeuwen zijn jukken toegevoegd. Het linker bouwdeel is waarschijnlijk rond 1450 gebouwd als zijhuis en kreeg omstreeks 1600 een achterhuis. De voorgevels zijn later gepleisterd en het rechter deel heeft een omlijste ingang met stoep. De panden zijn in 1985-'86 gerestaureerd en in 19de-eeuwse stijl ingericht, maar het interieur bevat ook oudere onderdelen, zoals een schouw in Lodewijk XVI-stijl en een geschilderd behangsel (omstreeks 1800) in de tuinkamer.

Diverse vroege stenen huizen verrezen ook aan de handelskade langs de A. Van het diepe huis Hoge der A 18 stammen de zijmuren en de kelder uit de late 13de of de vroege 14de eeuw. De balklagen en de kap met jukken dateren van een verbouwing rond 1500. Het deels onderkelderde achterhuis is waarschijnlijk rond 1400 gebouwd en kreeg in het begin van de 17de eeuw een verdieping. Rond 1800 werd de oude voorgevel gesloopt en vervangen door een lijstgevel. De achtergevel is in 1859 vernieuwd.

Het interieur bevat diverse 19de-eeuwse onderdelen. De oorsprong van het in 1974 gerestaureerde diepe woon- en pakhuis Eem (Hoge der A 6) ligt rond 1330. In de 17de eeuw kreeg de zaal een tussenverdieping. Van een verbouwing in 1730 dateert het onderste deel van de voorgevel, met schuifvensters en een omlijste ingang met stoep; het bovenste deel, met hijsluiken, kroonlijst en trijshuisje, dateert van een verbouwing in 1839. Het interieur bevat enkele oude schouwen en een pomp. Beide laatstgenoemde huizen hebben in de kelder resten van een houten kelderzoldering ondersteund door een onderslagbalk op standvinken. Restanten van deze oude bouwwijze zijn ook te vinden bij Hoge der A 14, terwijl het 13de-eeuwse pand Hoge der A 17 een kelder met hangkoepelgewelven op gordelbogen bezit.

Langs de op de haven uitkomende Brugstraat staan ook verschillende oude panden. Het Cantershuis (Brugstraat 26) heeft achter de rijk uitgevoerde eclectische voorgevel van omstreeks 1870 een interessante middeleeuwse kern. De houten kelderzoldering met onderslagbalk op standvinken is dendrochronologisch gedateerd op 1320. Het diepe huis bevat verder muurwerk en eiken balklagen uit de bouwtijd. Het achterhuis is van recenter datum. Het aan de andere zijde van de overbouwde steeg gelegen diepe pand Brugstraat 24 heeft de laat-15de-eeuwse gotische gevel behouden en heet daarom het ‘Gotische Huis’.

Deze gevel is voorzien van geprofileerde, halfrond gesloten nissen sommige nog met een driepastracering tussen geprofileerde muurdammen. Een waterlijst markeert de overgang van de vroegere begane grond naar de verdieping. De houten vensters tonen de later ontstane vloerindeling. Van de oorspronkelijke stenen kruisvensters zijn alleen nog restanten over. De oorspronkelijke geveltop is in het begin van de 19de eeuw vervangen door een puntgevel. Het muurwerk van het achter de gevel liggende pand gaat terug tot de 14de eeuw.

De kelder heeft onderslagconstructies uit de bouwtijd. De kapconstructie is waarschijnlijk 15de-eeuws. Het smallere en lagere achterhuis met stenen kruiskozijnen is waarschijnlijk rond 1500 opgetrokken. Het interieur bevat onder meer een vroegrenaissancistische schouw uit 1564. Vanaf omstreeks 1650 tot 1800 was in het pand een brouwerij en daarna een pakhuis (‘New York’) gevestigd; ten behoeve daarvan heeft men de vloerniveaus veranderd en de achterzijde van het voorhuis verhoogd. Sinds de in 1975 voltooide restauratie is het pand in gebruik als Noordelijk Scheepvaartmuseum en Niemeyer Tabaksmuseum (samen met nummer 26). In dezelfde straat staan nog verschillende panden met een middeleeuwse kern achter jongere gevels, te weten Brugstraat 13, 16, 17, 18 en 20.

In het zuidelijke stadsdeel staat ook een aantal huizen waarvan de bouwgeschiedenis ver terug gaat, met name aan de Oosterstraat. Het diepe huis Oosterstraat 44 heeft 14de-eeuws muurwerk en een kelder met hangkoepelgewelven; de balklagen en een deel van de kap dateren wellicht ook nog uit die tijd. In de eerste helft van de 18de eeuw is de zoldervloer hoger gelegd. De toen reeds afgetopte middeleeuwse gevel werd later in de 18de eeuw met een beklamping verbouwd tot de huidige lijstgevel. De rechts naast het huis gelegen steeg werd bebouwd en bij het huis getrokken als ingangstravee. In 1868 liet A.

Haakma Janssonius de ingangstravee verhogen en van een nieuwe topgevel en een neorococo-bordes voorzien; de kroonlijst van het huis kreeg neorococo-consoles. In 1955 kwam het in handen van de Stichting Sociëteitsfonds Veri Et Recti Amici. Het diepe pand Oosterstraat 65 bevat resten van een houten kelderzoldering van omstreeks 1300 en ook de huizen Oosterstraat 33 en Oosterstraat 69 hebben achter hun midden-18de-eeuwse lijstgevels een middeleeuwse kern. Hetzelfde geldt voor het hoekhuis Herestraat 40, waar achter de 19de-eeuwse lijstgevel restanten van een 13de-eeuws diep huis en een dwars zijhuis uit de tweede helft van de 15de eeuw schuil gaan. Aan het Hoogstraatje staan enkele deels 16de- en 17de-eeuwse achterhuizen.

Achter in de Munstersegang, een zijsteeg van de Gelkingestraat, staat een pand met een waarschijnlijk 16de-eeuwse kern. De ingrijpend verbouwde en gerestaureerde gevel heeft een gevelsteen uit 1557 en enkele natuurstenen dorpels. De geveltop is vernieuwd bij een recente verbouwing tot wooneenheden. Het pand Visserstraat 55-57 stamt waarschijnlijk ook uit de 16e eeuw. De voorgevel toont ontlastingsbogen en natuurstenen lateien van verdwenen vensters en is ten dele gecementeerd.