Gepubliceerd op 02-01-2020

Kloosterburen (gemeente De Marne)

betekenis & definitie

Dorp, ontstaan op een oeverwal bij het klooster dat rond 1175 vanuit het Friese norbertijnerklooster Mariëngaard werd gesticht. In 1204 werd van dit ‘Oldeklooster’ een ‘Nijeklooster’ afgesplitst, dat aan de weg naar Wehe-Den Hoorn kwam te liggen.

De nederzetting bij het oude klooster wordt in 1462 voor het eerst als ‘Cloosterburen’ vermeld. Na de opheffing van het klooster aan het eind van de 16de eeuw bleef behalve de kloosterkerk ook de rechthoekige hoofdvorm van het omgrachte kloosterterrein (Hoofdstraat-Kloostersingel) bewaard.

Dit terrein heeft eeuwenlang de hoofdstructuur en de begrenzing van het dorp bepaald. Pas in de eerste helft van de 20ste eeuw werd het dorp naar het westen uitgebreid.

Een belangrijk deel van de bevolking bleef rooms-katholiek en kreeg in 1840 toestemming een eigen parochie te stichten.