Van de middeleeuwse huizen zijn als gevolg van de stadsbrand van 1524 slechts enkele voorbeelden over. De huizen binnen de wallen hebben meestal een kern uit de 16de tot en met de 18de eeuw.
Het huis Bloemendaal 5-9, een voornaam dwars huis met opkamer, kwam tot stand bij een verbouwing kort na de stadsbrand van 1524.In 1964 is het pand ingrijpend gerestaureerd. Uit de eerste helft van de 16de eeuw dateert het Wapen van Gelderland (Markt 2), een hoekpand met zadeldak tussen trapgevels met laatgotische korfboognissen. De houten kruiskozijnen, het pothuis op de hoek en de houten winkelpui zijn in 1904 gereconstrueerd. Het gedeeltelijk nog gotische diepe huis Waterstraat 26 heeft op de verdieping aan de buitenzijde beeldhouwwerk in vroege renaissancevormen uit circa 1550 in de vorm van kandelaberpilasters, putti en andere ornamenten; deze zijn afkomstig van het afgebroken deel van het stadspaleis van Johan van Rossum aan het Kerkplein. De hoge houten pui en de borstwering van de gevel zijn in 1946-'48 naar ontwerp van D. Verheus uitgevoerd.
De pui is aan de bovenzijde voorzien van hagedissen- en apenfiguurtjes van beeldhouwer Van der Schaft. Vanaf circa 1530 tot het midden van de 16de eeuw werden sterk geprofileerde renaissance-gevels gebouwd met op de verdieping uitkragende vensterbogen, die samenkomen op een kraagsteen of een kolonet. Ondanks wijzigingen en bepleistering zijn de trapgevels Gasthuisstraat 22 en Boschstraat 10-12 (interieur met insteek) hiervan herkenbare voorbeelden; ze zijn voorzien van gebeeldhouwde kandelaberzuiltjes met renaissance-ornamenten. De gevel van Boschstraat 10 heeft in twee boogtrommels een mannen- en een vrouwenkop uitgevoerd in reliëf. Van Gasthuisstraat 22 is bij de laatste verbouwing in 1988 alleen de voorgevel gehandhaafd. De voorm. stadsapotheek Markt 3 heeft een renaissance-gevel met een geschulpte muurzuil en gebeeldhouwde koppen. Het bovenste, verhoogde gedeelte van de trapgevel is voorzien van vleugelstukken en dateert uit 1664.
Vanaf circa 1560 tot het eerste kwart van de 17de eeuw bouwde men trapgevels met ondiepe vensternissen, geprofileerde korfbogen en waterlijsten, natuursteenbanden en in de boogtrommels een baksteenmozaïek. De uit circa 1580 daterende voorgevel van Gasthuisstraat 24, met een toppilaster op een kraagsteen, is een goed voorbeeld. Het pand zelf dateert uit circa 1500 en heeft inwendig een lambrizering van laat-gotische briefpanelen. Uit de tweede helft van de 16de eeuw stammen verder de voorgevel van Oenselsestraat 17, die in de 19de eeuw een kroonlijst kreeg, en Oenselsestraat 50. Een vroeg-17de-eeuwse trapgevel met sierankers en een toppilaster op maskerconsole heeft Gasthuisstraat 23. De trapgevel van Gasthuisstraat 17 dateert uit 1605 en is in 1889 aan de rechterzijde vergroot in aangepaste neorenaissance-stijl.
In het tweede kwart van de 17de eeuw werden eenvoudiger, vlakkere trapgevels gebouwd, slechts geleed door horizontale natuursteen banden en soms voorzien van een toppilaster. Voorbeelden hiervan zijn te zien bij het dubbele woonhuis Ruiterstraat 14-16 (linker deel uit 1630), het hoekpand Ruiterstraat 18 (1632) en de huizen Korte Steigerstraat 17 (gepleisterd), Ruiterstraat 6 en het late voorbeeld Vismarkt 2 (1690).
Rond het midden van de 18de eeuw kregen enkele oudere panden een nieuwe voorgevel in Lodewijk XV-stijl. De rond 1750 opgetrokken gevel van Boschstraat 22 heeft een zandstenen pronkrisaliet. Het dwarse, van oorsprong 17de eeuwse, herenhuis Nieuwstraat 10 heeft een soortgelijke omlijsting in Lodewijk XV-stijl. Iets rijker uitgevoerd is de lijstgevel van Ruiterstraat 10. Sobere, laat-18de-eeuwse lijstgevels hebben Lange Steigerstraat 22 en 24. Deze vrijwel identieke gevels zijn kort na elkaar tot stand gekomen vóór 17de-eeuwse huizen.
Gedurende de 19de eeuw kregen veel oude huizen een eenvoudige gepleisterde lijstgevel; de 16de- of 17de-eeuwse kern is vaak nog herkenbaar aan de hoge kap. Voorbeelden van deze ontwikkeling zijn: Heilige Geeststraat 23, Kerkstraat 24 (omlijste ingang), Nieuwstraat 3, Nieuwstraat 5, Gasthuisstraat 12, Heilige Geeststraat 9-11 en Kerkstraat 33 en Kerkstraat 35. Op al deze gevels zijn schijnvoegen aangebracht. Andere voorbeelden zijn de bakstenen lijstgevels Gamerschestraat 45, Gasthuisstraat 25 en Gamerschestraat 16 en 18, alle uit de eerste helft van de 19de eeuw. In het derde kwart van de 19de eeuw zet deze ontwikkeling zich door met gepleisterde gevels voorzien van hoekpilasters en vensters met afgeronde hoeken, zoals te zien bij Maasstraat 15, Nieuwstraat 7, Kerkstraat 28 (met mezzanino), Ruiterstraat 17 en Waterstraat 44 naar ontwerp van A.M.A. Gulden.
Eenvoudige bakstenen lijstgevels hebben onder meer het hoekpand Gasthuisstraat 31 (circa 1835), Gasthuisstraat 32 (circa 1850) met ver overstekende lijst op consoles en Ruiterstraat 23 (circa 1870) met geblokte bakstenen hoekpilasters. Het statige herenhuis Gasthuisstraat 27 uit 1839 is uitgevoerd in vroege neoclassicistische vormen. De ramen op de verdieping hebben waaierzwikken. In de tweede helft van de 19de eeuw werd een aantal gepleisterde panden uitgevoerd in eclectische stijl, zoals het hoekpand Korte Steigerstraat 1 (circa 1875) en Gamerschestraat 57 uit 1905 met lijstgevel en wenkbrauwbogen. Andere gepleisterde eclectische panden zijn Boschstraat 19-21 en het oorspronkelijk uit twee, mogelijk 16de eeuwse, panden bestaande Kerkstraat 5 dat rond 1898 een lijstgevel kreeg. Korte Steigerstraat 2 is in 1883 gebouwd in opdracht van kolonel A.D.
Makkink naar ontwerp van steenfabrikant W. van Lokeren Campagne. Eclectische vormen vertoont de dominante houten erker met steil tentdak. Een kleiner, vrijstaand woonhuis met eclectische vormen is De Virieusingel 10. Een gepleisterde lijstgevel in eclectische vormen heeft Gamerschestraat 14 (circa 1875), met pilasters met composiete kapitelen en neo-Lodewijk XIV-consoles.
Voorbeelden van huizen in neorenaissance-stijl zijn Gamerschestraat 19 (eind 19de eeuw) en Boschstraat 34 (1913), dat mogelijk is gebouwd naar ontwerp van A.C. Kaasjager. Stadsarchitect A.M.A. Gulden heeft in de tweede helft van de 19de eeuw een groot aantal panden ontworpen in diverse stijlen. In neo-renaissance-stijl ontwierp hij het uit 1893 daterende Markt 7. Het in een combinatie van chaletstijl- en neorenaissance elementen uitgevoerde dubbele woonhuis Kerkstraat 1-3 (rond 1900) is mogelijk ook van zijn hand.
De in 1900 voor de directeur van de gasfabriek gebouwde villa De Virieusingel 36 is in 1909 door A.M.A. Gulden verbouwd met dakvormen in chaletstijl. Het jugendstil-tegeltableau toont twee flamingo's. De uit 1908 daterende voorgevel van Boschstraat 27 heeft jugendstil-elementen. Het uit 1910 daterende huis Gamerschestraat 12, met vierkant hoektorentje, is een ontwerp in rationalistische stijl van H.J. van Boort. Uit de jaren dertig dateren de vrijstaande villa's Bolwerk de Kat 1 en Molenwal 22. De hoge overstekende daken vertonen expressionistische invloeden.