Monumenten in Nederland: Gelderland

Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert en Marc Tenten (2000)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Apeldoorn

betekenis & definitie

Stad, ontstaan op de oostflank van de Veluwestuwwal bij de Grift en de kruising van de wegen van Amersfoort-Deventer en Arnhem-Zwolle. In de 8ste eeuw wordt een nederzetting vermeld onder de naam ‘Appoldro’.

Op enige afstand ten noorden van het dorp verrees in 1439 het jachtslot het Oude Loo. Zuidoostelijk daarvan liet stadhouder Willem III in 1685-'86 het Nieuwe Loo bouwen, het tegenwoordige Koninklijk paleis Het Loo.

Ten zuiden van het Nieuwe Loo werd in 1735-'40 een zogeheten ganzenvoet aangelegd, bestaande uit de Jachtlaan, de Koning Lodewijklaan en de Loolaan.De laatste vormde de directe verbinding tussen het Nieuwe Loo en het dorp. Vanaf het eind van de 18de eeuw ontstonden in de omgeving diverse landgoederen, zoals De Pasch, Marialust en Welgelegen. In 1809 opperde Lodewijk Napoleon het plan om een nieuw dorp Het Loo te stichten, maar dit plan werd niet gerealiseerd. Koning Willem I schonk Apeldoorn in 1840 een nieuwe kerk onder de voorwaarde dat deze halverwege het dorp en het Nieuwe Loo inmiddels Koninklijk paleis Het Loo zou komen te liggen. De kerk kwam gereed in 1842. Nabij de plaats van de in 1843 gesloopte oude dorpskerk bouwde men een raadhuis.

Naast de lintbebouwing langs de Dorpstraat (nu Hoofdstraat) verrezen vanaf 1840 villa's aan de Loolaan. In de tweede helft van de 19de eeuw kreeg Apeldoorn een stedelijk karakter.

Het in 1829 als verbinding met Hattem gegraven Griftkanaal werd in 1858-'69 als Apeldoorns Kanaal doorgetrokken naar Dieren. In 1876 kreeg Apeldoorn een station aan de destijds pas aangelegde spoorlijn Amsterdam-Zutphen. In 1887 volgden spoorverbindingen met Deventer, Dieren en Hattem. Op het verkavelde landgoed De Pasch werd in 1876 het villapark Oranjepark aangelegd. Hierna ontstonden de villaparken: Emmapark (circa 1880), Wilhelminapark (1890) en Prinsenpark (1909). Werden in het noordoosten van Apeldoorn vooral villa's gebouwd, in het zuidwestenop de Apeldoornse enk bouwde men vooral middenstandswoningen (Korte Nieuwstraat).

Vanaf 1915 kwamen aan de zuidzijde arbeiderswoningen tot stand, terwijl aan de westkant delen van het landgoed Berg en Bos werden verkaveld. Het in 1923 door L.F. Teixeira de Mattos opgestelde structuurplan voor de stad kon als gevolg van de crisisjaren slechts gedeeltelijk worden gerealiseerd. Wel werd de Jachtlaan verlengd en de Aluminiumlaan aangelegd.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Apeldoorn één van de snelst groeiende gemeenten van Nederland. Rond de oude kern werd een ring van nieuwe woonwijken aangelegd, zoals de Componistenbuurt, het Rivierenkwartier en de wijken Zevenhuizen, De Maten, Osseveld, De Heze en Woudhuis. Het dorp Ugchelen werd in de nieuwe bebouwing geïncorporeerd. In de binnenstad leidde de onstuimige groei tot een ingrijpende sanering. Rond 1955 werd de Grift overkluisd en ter voorbereiding van de uiteindelijk uitblijvende vestiging van rijksdiensten werd op diverse plekken al vast gesloopt. Pas rond 1990 zijn de gaten opnieuw bebouwd. Nieuwe lege plekken, ontstaan bij de reorganisatie van het stationsgebied, moeten nog ingevuld worden.