Gepubliceerd op 02-01-2020

Lemmer (De Lemmer) (gemeente Lemsterland)

betekenis & definitie

Dorp met stedelijk karakter (vlekke), ontstaan in de vroege middeleeuwen bij de samenkomst van de Rien (thans Lemsterrijn) en de Zijlroede. Het dorp ontwikkelde zich in de 16de- en 17de eeuw tot een belangrijke havenplaats.

Bepalend voor de langgerekte nederzettingsstructuur waren het beloop van de Zijlroede met aan de monding de Binnenhaven - en de Lemsterrijn en verder de ligging aan de kust.Ingrijpend was de aanleg in 1887 van de Buitenhaven met een sluiscomplex en verbindingskanaal tussen de Lemsterrijn en de Binnenhaven. Er werden daarbij zeewerende maatregelen genomen. De eind 19de eeuw belangrijk geworden Zuiderzeevisserij en aanverwante bedrijvigheid, zoals de visrokerij, verdwenen na de aanleg van de Afsluitdijk en het begin van de gedeeltelijke inpoldering van de Zuiderzee (nu IJsselmeer) vanaf 1936. Nieuwe middelen van bestaan werden recreatie en industrie. Vanaf circa 1930 kwam aan de noordzijde, nabij de Parkstraat, een uitbreiding met een rechthoekig stratenplan tot stand. Na de Tweede Wereldoorlog is Lemmer aan de zuidoostzijde uitgebreid, evenals aan de westzijde, waar onder meer recreatiewoningen en een jachthaven tot stand kwamen. Aan de zijde van het IJsselmeer is buitengaats een industrieterrein aangelegd.