Gepubliceerd op 02-01-2020

Grou (Grouw) (gemeente Boarnsterhim)

betekenis & definitie

Dorp met stedelijk karakter (vlekke), ontstaan in de vroege middeleeuwen in het overgangsgebied tussen klei en veen. Vanaf de 15de eeuw kwamen handel en scheepvaart tot ontwikkeling, mede door de gunstige ligging aan het Pikmeer en talrijke waterwegen.

De dorpskern op de terp, in de omgeving van de Herv. kerk en de Wijde Steeg, kreeg een uitbreiding langs de Hoofdstraat en het Grien (thans Halbertsmaplein). De bebouwing verdichtte zich vanaf de 16de eeuw; Grou had begin 19de eeuw al een dicht bebouwingspatroon.

Na de aanleg van de spoorlijn Leeuwarden-Zwolle (1868) en de bouw van het station ten westen van het dorp, kwam langs de noordzijde van de Stationsweg een lintbebouwing tot stand. In de tweede helft van de 19de eeuw nam het belang van de handel en scheepvaart af.

Nieuwe middelen van bestaan werden industrie en in de 20ste eeuw waterrecreatie. Vanaf het eind van de 19de eeuw dempte men geleidelijk (tot 1961) de talrijke opvaarten en watergangen.

Eind 19de eeuw ontstond in de omgeving van de Parkstraat enige villabebouwing en rond 1910 kwam aan de oostzijde de wijk Oosterveld tot ontwikkeling. Na de Tweede Wereldoorlog is Grou sterk gegroeid in zuidelijke richting en heeft men ten noorden van Grou een recreatiegebied aangelegd.

Grou is een beschermd dorpsgezicht.