Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) Grote kerk in Harlingen

betekenis & definitie

De (Herv.) Grote kerk (Kerkpad 3) , oorspronkelijk gewijd aan St. Michaël, is een kruiskerk voorzien van een toren van vier geledingen met ingesnoerde spits.

De tufstenen toren verrees rond 1200 en werd in de 15de eeuw verhoogd. In 1775 heeft men de toren aan twee zijden beklampt en van een nieuwe spits voorzien.

Naar plannen van Willem Douwes werd de romaanse kerk werd in 1772-'75 vervangen door de huidige, in classicistische vormen uitgevoerde kerk met gekorniste hoekpilasters, ingangen met natuurstenen omlijstingen en grote rondboogvensters in de top- en zijgevels. Het interieur wordt gedekt door een gestuct gewelf en geleed door een kolossale dorische orde.

De stucwerkdecoraties zijn ontworpen door Jacob Otten Husley, die mogelijk ook een bijdrage aan het totaalontwerp leverde. De als dienstruimte en consistorie in gebruik zijnde oostelijke kruisarm is met een wand afgescheiden van de rest van de kerkruimte.

Tot de inventaris uit de bouwtijd behoren een door Johannes George Hempel vervaardigde preekstoel met Lodewijk XVI-details (1778), een door A.A. Hinsz gebouwd orgel (1776), galerijen op gemarmerde zuilen en enkele overhuifde herenbanken.

De kerk bevat verschillende oude grafzerken, waaronder de dubbele portretzerk voor Cunera van Ropta († 1555) en Christoffel van Sternsee († 1560).