Kinderen hebben nog geen zakgeld nodig.
Je kunt natuurlijk denken dat een kind geen geld nodig heeft omdat jij zelf alles voor hem koopt. Maar het voordeel van zakgeld is dat je een kind van jongs af aan kunt leren om met geld om te gaan.
Je begint met een klein bedrag en voert dat op als het kind groter wordt. Als het kind op de basisschool zit, kun je met hem afspreken waarvoor het zakgeld bedoeld is, bijvoorbeeld een deel om in de spaarpot te doen en een deel om zelf uit te geven. De verantwoordelijkheid over wat hij met zijn geld moet en mag doen, kun je steeds verder uitbreiden, zoals een deel gebruiken voor een buskaart of om iets te drinken te kopen in de school- pauze. Na de basisschool kun je het zakgeld uitbreiden met kleedgeld. Een kind zal al snel merken dat hij van zijn kleedgeld niet alles kan kopen wat hij wil of zal moeten afzien van alleen maar dure merken kopen.
Als een kind te snel door zijn zakgeld heen is, kun je hem beter geen extra geld geven, want dan leert hij niet met geld omgaan. Je kunt hem wel de kans geven om wat extra geld te verdienen door hem voor een klusje zoals autowassen te betalen. Tieners verdienen vaak ook extra geld door te babysitten of een krantenwijk te doen. Je kunt de hoogte van het bedrag bepalen door te informeren wat andere kinderen zoal krijgen of door bij het. NIBUD te informeren. En het bedrag zal ook afhangen van je eigen inkomen.
