Gepubliceerd op 22-06-2017

Vechten

betekenis & definitie

Kinderen moetje het vechten afleren.

Er bestaan twee soorten vechten: stoeigevechten voor de grap en agressief vechten om elkaar af te straffen. Het verschil is duidelijk te zien. Bij stoeien moeten kinderen vaak lachen, vechten ze met open handen, wisselen slachtoffer en aanvaller elkaar af, vechten ze meestal op een zachte ondergrond en blijven ze na het vechten bij elkaar. Als het vechten echt 'menens' is, kijken kinderen heel boos, hebben ze gebalde vuisten, wordt erbij gescholden en gehuild en gaan de vechtersbazen na de strijd uit elkaar.

Stoeigevechten zijn leerzaam en vooral leuk. Vaders doen het zelf ook vaak met hun kinderen. Het hoort erbij om kinderen te leren om tegen een stootje te kunnen. Kinderen leren door stoeien hoe ver je met een ander kunt gaan en hoe sterk en behendig je bent. Echt vechten komt voort uit agressie. Ieder mens heeft wel eens last van agressie, alleen kinderen moeten nog leren hoe ze ermee om moeten gaan. Bovendien worden kinderen gauw agressief als een ander kind speelgoed afpakt, als ze uitgescholden worden, als ze zich achtergesteld voelen, als ze last hebben van jaloezie of als ze buitengesloten worden. Kinderen hebben meestal nog weinig geduld, waardoor ze snel boos kunnen worden. Als een kind opgroeit in een niet-agressieve omgeving, zal het vechten meestal vanzelf minder worden als kinderen andere manieren hebben geleerd om hun boosheid uit te drukken. Blijven ze vechten, doe ze dan op een of andere vechtsport. Dan leren ze gericht en eerlijk vechten.