Gepubliceerd op 22-06-2017

Tekenen

betekenis & definitie

Niet elk kind houdt van tekenen.

Kinderen hebben van jongs af aan de neiging om te tekenen.

Tekenen begint meestal in het tweede jaar als een spel in bewegen. Of het begint op een moment dat een kind voor het eerst een potlood en een papier te pakken krijgt. Hij begint met krassen, het potlood met grote bewegingen over het papier halen en tot zijn plezier verschijnt er iets op het papier. In het krassen zit een bepaalde volgorde: eerst horizontale krassen, dan verticaal en daarna rond. Krassen worden krabbels, dat wil zeggen lijnen die wat meer over elkaar komen te liggen. Dat is bij alle kinderen uit alle culturen zo, ook als er in zand wordt getekend.

In het derde jaar ontstaan er simpele figuren zoals kruisjes, rondjes en vierkantjes. Na het derde jaar komt een kind opeens tot de ontdekking dat iets wat hij heeft getekend lijkt op iets wat hij kent. Dan begint de tijd dat een kind zijn krabbels achteraf een naam gaat geven. Dit is de overgangsfase naar tekenen met een bepaald doel. De meeste kinderen zullen zo ver zijn na een jaar of vier of vijf.

Als een kind iets wil tekenen, gaat hij iets uitbeelden. De eerste echte tekening is meestal alleen een gezicht. Waarschijnlijk maakt dat de meeste indruk op een kind. Pas daarna komen er onder aan het gezicht beentjes, de zogenaamde koppoters. En weer later komen er lijven, die eerst in verhouding nog heel klein zijn.

Een kind tekent eerst wat hij denkt te weten en nog niet wat hij ziet. Zo maken kinderen wel tekeningen van een mens van opzij gezien, maar dan met twee armen die je alleen zo kunt zien als je iemand van voren ziet.

Het belangrijkste wordt het grootst getekend, ook al is de verhouding in de werkelijkheid heel anders. Papa en mama zijn voor een kind groter dan een huis.

Als laatste ontwikkeling in het tekenen komt het perspectief; voor die tijd wordt alles plat getekend en kun je nog door objecten heen kijken. Door de muur van een huis kun je binnenkant zien.

Tekenen is een vorm van taal. Kinderpsychologen en orthopedagogen die veel kennis hebben van kindertekeningen kunnen uit tekeningen van kinderen die ze goed kennen veel aflezen.

Vanaf een jaar of zes moeten kinderen in perspectief kunnen tekenen

Pas met een jaar of elf kan een kind in zijn tekening diepte of perspectief tekenen. Je moet hiervoor al een beetje abstract kunnen denken. Jonge kinderen kunnen dat nog niet en kunnen daarom ook nog geen wiskunde leren