Gepubliceerd op 22-06-2017

Peuterspeelzaal

betekenis & definitie

Kinderen van twee jaar zijn toe aan een speelzaal. Sommige peuters zijn er op hun tweede jaar echt aan toe. Voor andere kinderen is het beter nog maar even thuis te blijven. Er zijn aanwijzingen die kunnen helpen om erachter te komen of een peuter al toe is aan de peuterspeelzaal.

Kan een kind het al een tijdje zonder zijn vader of moeder stellen? Is hij al in staat om even alleen te spelen? Is een kind al aan spelen met andere kinderen gewend? Gedraagt hij zich goed als er een oppas is? Als die vragen positief beantwoord kunnen worden, dan is een kind er in grote lijnen aan toe om naar een peuterzaal te gaan.

Of hij zich goed op een peuterzaal zal kunnen handhaven hangt ook af van de vraag of hij kan vertellen wat hij wil. Hoe beter een kind kan praten, hoe gemakkelijker het voor hem is om in een omgeving te zijn waar ze hem nog niet zo kennen. Hij kan dan bijvoorbeeld uitleggen dat hij op het potje moet of dat zijn luier vies is.

Het is ook belangrijk voor een peuter of hij al in staat is speelgoed te delen. Dat zal het gemakkelijker voor hem maken om te gaan met veel kinderen tegelijk, die soms op hetzelfde moment met een bepaald speeltje willen spelen.

Belangrijk is ook of een kind snel van slag is en of hij zich door een ander kan laten troosten. Anders zal hij ontroostbaar blijven als mama niet in de buurt is.

Ook motorisch zal hij al over een aantal vaardigheden moeten beschikken, zoals rennen, in de. Lucht springen, trappen lopen en in zijn handjes klappen.

Kan hij dat allemaal, dan is de kans groot dat hij het op de peuterspeelzaal naar zijn zin zal hebben.