Leren lezen gaat vanzelf.
Om te leren lezen moet een kind al heel wat kunnen, zoals in staat zijn om zijn ogen op iets gericht te houden terwijl hij ondertussen ook even opzij moet kunnen kijken. Hij moet iets weten van het verschil in klanken en het verschil tussen lettertekens kunnen zien. Een kind moet ook al een woordenschat hebben en zich even kunnen concentreren. Hij moet de goede kant op lezen, dus niet van rechts naar links omdat het dan een ander woord of een andere zin kan worden of helemaal onbegrijpelijk is.
Voor lezen is ook het geheugen nodig. Je kind moet onthouden wat hij net gelezen heeft, terwijl hij al bezig is een nieuw woord te ontcijferen. De meeste kinderen kunnen daarom pas echt een eenvoudig verhaaltje lezen als ze een jaar of zeven zijn. Wanneer je kind goed wil leren lezen moet hij geregeld oefenen door hardop te lezen. Maar kinderen hebben daarbij wel hulp nodig, want als ze een fout maken moet iemand ze erop wijzen, anders worden er juist fouten aangeleerd.
