Gepubliceerd op 22-06-2017

Hoofdbonken

betekenis & definitie

Als een kind met zijn hoofd bonkt, is er iets ernstig mis met hem. Hoofdbonken of hoofdbonzen is het herhalen van een stereotiepe beweging. Het bestaat uit het ritmisch heen en weer bewegen van het hoofd of het lichaam terwijl het kind gaat slapen. Het kan een heel rustige beweging zijn, maar ook heel heftig met het hoofd tegen iets aan waardoor blauwe plekken of kleine schaafwondjes ontstaan. Soms beweegt het bed door het bonken de hele kamer door.

Voor het kind is het hoofdbonken prettig. De meeste kinderen beginnen ermee voor hun eerste levensjaar. Over het algemeen neemt het hoofdbonken sterk af na het derde jaar en gaat het vanzelf over.

Een op de twintig kinderen tussen de acht en zestien maanden bonst regelmatig met het hoofd en jongetjes bonzen veel vaker dan meisjes. Bovendien bonzen linkshandige kinderen meer dan rechtshandige kinderen. Waarom dat zo is, is niet precies bekend. Er is geen duidelijke verklaring voor het verschijnsel hoofdbonken, maar wel is vastgesteld wanneer het voorkomt. Er zijn bijvoorbeeld kinderen die gaan bonzen als ze voor een nieuwe mijlpaal in hun ontwikkeling staan, zoals bijna gaan kruipen, bijna gaan lopen of bijna gaan praten. Bonzen zou ze helpen om die spanning af te reageren.

Men vermoedt dat een kind deze manier van heen en weer bewegen nodig heeft om de overgang van activiteit naar rust te kunnen maken. Het helpt een kind om tot rust te komen zodat hij in slaap kan vallen. Het wordt vergeleken met in slaap wiegen.

Bij sommige geestelijke handicaps bij kinderen komt dit gedrag ook voor, zoals bij autistische kinderen. Maar dan zijn er ook an-, dere ontwikkelingen die niet verlopen zoals het hoort. Het hoofdbonken komt er dan bij.

Ouders ouder denken al snel dat er iets helemaal mis is als een kind met zijn hoofd bonkt. In bijna alle gevallen is dat niet zo. Je kunt het hoofdbonken soms verminderen door spelletjes met je kind te doen met eenzelfde soort heen en weer bewegen, bijvoorbeeld schommelen, op een hobbelpaard rijden, wiegeliedjes zingen of samen trommelen - dat werkt heel ontspannend. Schenk er niet te veel aandacht aan, want het bonken kan een manier worden om de aandacht van de ouder te trekken en de ouder bijvoorbeeld te dwingen nog even bij het bed te blijven. Ook uitgebreid troosten, bijvoorbeeld door iets lekkers te geven als het kind bonkt, leidt ertoe dat het bonken alleen maar erger zal worden of langer zal duren. Geef een kind vooral troost en aandacht op momenten dat hij niet bonkt.

Wanneer een kind zichzelf pijn doet met het bonken, kun je harde randen van het bed waar het kind tegenaan bonkt met iets zachts bedekken. Dit voorkomt dat het kind zich erg bezeert. Onder het bed kunnen rubberdoppen gemaakt worden zodat het bed door het bonzen niet kan gaan schuiven. Een stroef kleed onder het bed kan schuiven ook voorkomen.