Een peuter kan best rekening met zijn ouders houden. Een peuter is zo bezig met zijn eigen ik, dat hij zich nog nauwelijks in anderen kan verplaatsen, en dus ook geen rekening kan houden met de gevoelens van anderen. Inlevingsvermogen of empathie ontbreekt hem nog. Een kind van anderhalf kan dat nog helemaal niet, terwijl een peuter van drieënhalf zich al iets beter in anderen kan inleven en daar ook geleidelijk aan rekening mee kan gaan houden.
Je zorgen maken over het karakter van een kind als hij zich zo zelfzuchtig gedraagt is nog niet nodig. Het is meestal maar tijdelijk dat je kind zo ongevoelig overkomt. De peutertijd is een tijd waarin een kind van een egocentrisch wezentje geleidelijk aan verandert in een socialer persoon, dat weet dat hij niet het middelpunt van het bestaan is, al zou hij dat op veel momenten wel wensen. Een kleuter heeft al meer geduld, weet dat er ook anderen zijn met wie je rekening moet houden en vindt het juist leuk om samen met anderen iets te ondernemen. Het inlevingsvermogen wordt steeds groter.
