Gepubliceerd op 22-06-2017

Agressie en boosheid

betekenis & definitie

Agressie is verkeerd. Agressie is een van de belangrijkste driften van de mens en heeft goede en slechte kanten. Het is iets wat alle mensen in zich hebben en wat, als het zonder meer wordt geuit, een vernietigende kracht kan hebben. Toch zit er ook een goede kant aan. Om te leren lopen, voorwerpen te kunnen pakken, vooruitte komen enzovoort is een zekere mate van agressie nodig. Het is een drijfveer om iets te bereiken.

Agressie is net als angst nodig om te kunnen reageren als je wordt aangevallen of in gevaar bent. Is iemand in gevaar, dan moet hij bekijken of hij gaat vechten of vluchten voor het gevaar om zichzelf in veiligheid te brengen. Boosheid gaat gepaard met. Lichamelijke reacties. Het komt voor dat iemand rood wordt of juist bleek wegtrekt of zelfs flauwvalt. Of dat hij gaat schreeuwen, een agressief gezicht trekt (dieren trekken vaak hun lippen op en laten hun tanden zien), schopt, slaat, kortom: vecht met alle middelen die tot zijn beschikking staan.

Agressief gedrag is niet afhankeiijk van leeftijd

Hoe een kind zijn agressie uit, is deels afhankelijk van zijn leeftijd en deels van de verschillende redenen waardoor de agressie wordt opgeroepen. Een kind kan kwaad worden als hij iets niet mag wat hij wil. De baby wil uit de box, maar moet er nog een tijdje in blijven. Hij wordt van buitenaf gefrustreerd. Maar een kind kan ook heel boos worden als hem zelf iets niet lukt, bijvoorbeeld als het hem niet lukt om een doosje open te krijgen of als hij iets niet kan pakken wat hij wil hebben. Die boosheid komt uit hemzelf. Een andere reden om heel boos te worden is als een kind per se aandacht of een snoepje wil en hij krijgt het niet. Kinderen worden ook vaak boos als ze het idee hebben dat hun territorium wordt bedreigd door een ander kind of omdat een ander kind probeert zijn speelgoed af te pakken.

Een jong kind reageert voornamelijk lichamelijk op boosheid, omdat hij nog niet kan vertellen wat hem kwaad maakt. Hij kan keihard gaan krijsen, zich op de grond of achterover laten vallen, slaan, krabben of bijten.

Speelgoedpistooltjes maken kinderen agressief. Een kind dat met een speelgoedpistooltje speelt, zal niet agressiever worden dan een kind dat dat niet doet. Agressief gedrag wordt aangeleerd door naar anderen te kijken, maar ook door de reactie van anderen op agressief gedrag dat een kind ziet. Als een kind te veel bezig is met pistooltjes, kun je hem wel uitleggen dat je niet wilt dat hij er de hele dag mee speelt omdat je het 'doodschieten' geen leuk spel vindt. Verbieden heeft weinig zin, omdat het daardoor des te aantrekkelijker en stoerder wordt om het wel te doen.

Agressie is normaal bij kleuters

Ieder mens heeft wel eens last van agressieve gevoelens, maar als het veel voorkomt is het goed om uit te vinden hoe dat komt. Het kan komen doordat een kind te veel last heeft van gevoelens van onmacht - door angst of jaloezie - en niet weet hoe hij dat op een niet-agressieve manier kan oplossen. Is eenmaal duidelijk wat een kind dwarszit, dan is het vaak mogelijk om daar iets aan te doen.

Ouders hebben geen invloed op het agressieve gedrag van hun kind

De invloed van ouders op de ontwikkeling van agressief gedrag van hun kinderen is juist heel groot, zowel in positieve als in negatieve zin. Een kind kan van zijn ouders leren hoe je wel en hoe je vooral ook niet met agressie moet omgaan. Agressie roept agressie op en het is aan ouders om ervoor te zorgen dat een kind zijn agressie leert beheersen en met de agressie van anderen om leert gaan.

Een manier is om een kind op een. Aziatische verdedigingssport te doen. 3e vangt dan meerdere vliegen in één klap: het is goed voor de conditie, het helpt om met agressie om te gaan en het leert een kind om zich in geval van nood te verdedigen.

Agressie heeft niets te maken met het temperament van een kind, maar alleen met omstandigheden

De neiging tot agressief gedrag en de mate waarin het voorkomt hebben voor een deel ook met de aard van een kind te maken. De ene mens heeft meer temperament en wordt sneller kwaad dan de andere. Soms heeft het te maken met het feit dat een kind niet in staat is om grenzen in zijn gedrag aan te brengen, omdat hij zijn impulsen niet onder controle kan houden. Dat kan te maken hebben met opvoeding, maar het kan ook in het kind zelf zitten. Bovendien heeft een peuter nog weinig controle over zichzelf, maar dat hoeft ook nog niet, want hij moet dit juist gaan leren.

Er kan ook een samenhang zijn met de manier van opvoeden. Een kind kan kwaad gemaakt worden doordat het niet rechtvaardig of heel grillig behandeld wordt. Het kijken naar agressieve beelden op tv kan ook invloed op gedrag hebben. De beelden op zich hebben niet de meeste invloed, maar wel de reactie op de beelden van mensen uit de omgeving van een kind. Als ouders deze negatieve beelden belonen, wordt dit soort gedrag aangeleerd. De reacties van belangrijke personen in het leven van een kind hebben de meeste invloed op zijn gedrag. Als ouders laten zien dat ze agressief gedrag afkeuren, heeft het zien van agressie minder effect op het kind.

Als je kind last heeft van agressie, kun je dat merken. Een kind kan ook last hebben van agressie zonder zich agressief te gedragen. Sommige kinderen worden juist heel stil en apathisch door hun agressie. Een kind kan zo boos worden dat hij niet meer weet hoe hij dat gevoel moet uiten. Hij zegt dan niets meer, loopt weg of gaat stilletjes op zijn kamer zitten. Niet elk kind is in staat om de boosheid die hij voelt te tonen. Het is goed om een kind daar wel de gelegenheid voor te geven. Je kunt hem op schoot nemen of naast hem gaan zitten en laten merken dat je begrijpt dat hij boos is. Is je kind al ouder, dan kun je vragen of hem iets dwarszit.

Jonge kinderen kun je nog niet leren om met boosheid om te gaan. De peutertijd is juist bij uitstek geschikt om je kind te leren hoe hij met zijn boze gevoelens om kan gaan, omdat hij zo vaak kwaad wordt. Hij kan leren dat hij anderen geen kwaad moet doen als hij boos is. Omgaan met agressie is een vaardigheid die ieder mens zijn hele leven nodig heeft. Weet een kind hoe hij boos mag worden, dan zal dat spanning kunnen voorkomen en er eerder voor zorgen dat hij niet nog vaker boos wordt.