Gepubliceerd op 22-06-2017

Afleren

betekenis & definitie

Je kunt een jong kind nog niet veel afleren. Gelukkig is gedrag aan en af te leren, dus ook bijvoorbeeld het schoppen tegen je stoel. Als het kind een jaar of twee is, kun je ermee beginnen. Het kost veel moeite en het lukt niet meteen, maar het zal op den duur zeker effect hebben.

Je doet dat bijvoorbeeld als volgt. Je zegt tegen je kind: 'Ik wil niet dat je steeds tegen mijn stoel schopt, want dan kan ik niet rustig lezen. Ik zal voor jou even de kleurpotloden pakken, zodat je kunt tekenen.' Pas je lichaamstaal aan bij wat je zegt, dus kijk niet met een lachende blik als je kwaad bent. Kijk ernstig en laat je stemgeluid wat dalen. Doet hij het weer, dan herhaal je hetzelfde nog eens. Doet hij het daarna nog eens, dan doe je bijvoorbeeld het volgende. Je zegt weer wat je niet wilt en waarom en dat je het niet leuk vindt dat hij niet luistert, en je zet hem vervolgens even apart (time-out). Dat is niet bedoeld als straf, maar om hem even geen aandacht te geven. Je kunt hem even op de gang zetten of aan het andere eind van de kamer op een stoel die je even van je vandaan schuift. Bij jonge kinderen is de leeftijd de leidraad voor het aantal minuten datje ze apart zet. Een kind van twee jaar zet je twee minuten apart en een kind van driejaar drie minuten. Na die tijd haal je je kind terug zonder er nog op in te gaan. Loopt je kind ondertussen terug, negeer hem dan die paar minuten. Door deze aanpak leert een kind wat er wel en niet van hem wordt verlangd, zonder dat zijn gedrag te veel negatieve aandacht krijgt. Het duurt vaak een week of drie om een bepaald gedrag af te leren.

Rare gewoonten kun je nu niet afleren

Neem als voorbeeld de gewoonte 'aan haren draaien'. Je kind zit bijvoorbeeld aan plukjes haar te draaien, die vervolgens uitvallen. Leg hem uit dat hij zijn haartjes verliest als hij er te veel aan trekt en draait en geef hem iets te spelen. Doet hij het weer, leg het dan nog eens uit. Helpt dat niet, verander dan de situatie. Zorg dat hij iets om handen krijgt waardoor hij vergeet met zijn handen aan zijn haren te trekken. Hij heeft hulp of afleiding van jou nodig om van die gewoonte af te komen.

Abje kind niet doet wat jij wilt, heeft het geen zin om er iets van te zeggen

Je kunt eerst je kind vragen nog eens datgene te doen wat je vroeg, want kinderen zijn soms in gedachten heel ergens anders mee bezig, waardoor je vraag niet doordringt. Je kunt ook mopperen of een standje geven, want dan leer je hem in ieder geval dat je niet alles goed vindt. Lukt dat niet, dan kun je je kind even wegsturen (time-out), nadat je hem eerst tweemaal hebt gezegd wat je niet wilde dat hij deed. Zelf weglopen is ook een middel om een kind te laten merken datje het vervelend vindt als hij niet naar je luistert. Bovendien krijgt hij dan ook geen aandacht als hij ongehoorzaam is.

Oudere kinderen vanaf een jaar of vijf, zes kun je laten merken dat als zij niet doen wat jij wilt, jij iets niet doet wat zij graag willen datje doet, zoals ze naar de tv laten kijken of samen gaan fietsen.

Je kunt een kind ook de gevolgen van zijn gedrag laten ondervinden. Niet op tijd het speelgoed opruimen betekent bijvoorbeeld dat er te weinig tijd overblijft om met zijn allen een spel te spelen voordat het bedtijd is.

Ab je je kind iets wilt afleren, moet je heel streng zijn. Door je kind een beloning of compliment te geven als hij iets doet wat je graag wilt dat hij doet, help je eraan mee dat hij daarmee door blijft gaan. Streng zijn is niet nodig, maar duidelijk zijn wel.

Geef je kind een beloning of compliment als hij een keer niet wegrent bij het naar bed gaan. Er volgt iets positiefs als hij doet wat jij wilt en dat vindt je kind fijn. Als je kind heel flink is geweest bij het verwisselen van pleisters die er maar moeilijk af te krijgen waren, kun je hem prijzen. Je kunt bijvoorbeeld tegen je kind zeggen: 'Wat goed van je datje zo flink was bij het afhalen van je pleister, want het deed vast wel zeer.' Je kunt je kind ook een beloning in het vooruitzicht stellen als hij doet wat de bedoeling is. Stel, je dochter wil haar mond niet opendoen bij de tandarts. Beloof je haar dat ze een ballon mee mag nemen als ze toch dat onderzoek laat doen, dan zal ze zich waarschijnlijk ook de volgende keren met een ballon in het vooruitzicht wel laten onderzoeken.