Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 06-03-2017

bocht

betekenis & definitie

in: (gouden) bocht van de Herengracht, in deze monumentale grachtenbocht woonden vroeger rijke en voorname Amsterdammers: Dat (huizen) is ook arme troep, die horen bij de dallisdekkers. In de bocht van de Herengracht zie je zulke pronkstukken niet, SMIS2 91; tenslotte wonen we niet in de bocht in de Herengracht, je moet beseffen dat we maar gewone mensen zijn, dat ’t geld niet op m’n rug groeit, Nieuws v. d. d. 18-7-75.

Brood op een mooi bordje is toch maar een heel ander gezicht dan op zo’n smoezelige krant. Ze heeft tenminste niet voor nop in de bocht van de Herengracht gediend, SMIS2 301.