Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 06-03-2017

aanpikker, aanpikkerateur

betekenis & definitie

(BERNS (DAAN) 54), man die, al dan niet als beroep, het aanpikken uitoefent: De ‘anpikker’ slaat gezwind zijn haak voor aan de kar en hijscht die vaardig tegen de boogbrug op ... Boven op de brug ... heeft de afrekening plaats, ABRAMSZ 185.


Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis?Word vriend van Ensie en ontvang een gratis encyclopedie!