Gepubliceerd op 01-12-2020

zoetstoffen

betekenis & definitie

stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om er een zoete smaak aan te geven. Tot de zoetstoffen rekent men o.a. suiker, polyalcoholen en kunstmatige zoetstoffen.

Polyalcoholen (op grond van overeenkomst met suiker ook wel suikeralcoholen genoemd) hebben een geringere zoetingskracht dan riet- of bietsuiker en een calorische waarde die gelijk is aan die van suiker. Deze stoffen, b.v. sorbitol, mannitol en xylitol, worden daarom niet gebruikt als vervangingsmiddel voor suiker in calorie-arm voedsel, maar in voedingsmiddelen voor diabetici en om cariës te voorkomen. De toepasbaarheid van suikeralcoholen wordt beperkt omdat zij een laxerende werking hebben. Kunstmatige zoetstoffen hebben geen calorische waarde en worden daarom vooral toegepast bij de bereiding van calorie-arme voedingsmiddelen. Het gebruik van deze stoffen in niet-dieetprodukten hangt af van de suikerprijs. De zoetingskracht van de kunstmatige zoetstoffen is afhankelijk van de concentratie van de oplossing.

In vergelijking met een 2 % suikeroplossing is saccharine 550 x, aspartaam 200 x en cyclamaat 40 x zo zoet. Naarmate de concentratie van de oplossing toeneemt, vermindert relatief de zoetingskracht van de zoetstoffen. Het verwerken van zoetstoffen, m.n. van kunstmatige zoetstoffen is in vele landen bij de wet geregeld, waarbij zeer grote verschillen bestaan. In Nederland is het gebruik van saccharine toegestaan in tot zoetzuur verwerkte groente- en visconserven, bier en dieetprodukten, maar dit moet op de verpakking vermeld zijn met de toelichting ‘bevat kunstmatige zoetstof. In België is het toegestaan saccharine toe te passen bij frisdranken en bier en in kauwgom. Ook hier moet de verpakking zijn voorzien van de vermelding ‘kunstmatig gezoet’.

De zoetstoffen die in voedingsmiddelen zijn toegelaten, staan vermeld in het KB van 27.7.1978. De toepasbaarheid van saccharine wordt beperkt door de enigszins bittere nasmaak. De toepassing van de zuiver zoetsmakende cyclamaten in voedingsmiddelen en dranken werd in 1970 in Nederland en België verboden, nadat bij dierproeven in de vs was vastgesteld, dat deze zoetstof blaaskanker zou kunnen veroorzaken. Mede op grond van kritiek op deze proeven die niet reproduceerbaar bleken te zijn, werd het gebruik van cyclamaten in een aantal waren voor diabetici weer toegestaan. Ter vervanging van suiker in koffie, thee e.d. zijn saccharine of cyclamaat bevattende ‘zoetjes’ te koop.