behandeling van zaaizaad om aantasting door schimmels en insekten, vooral in het kiemplantstadium, te voorkomen of te beperken. Schimmels die in het kiemplantstadium schade kunnen veroorzaken, worden aangeduid met de verzamelnaam kiem- en bodemschimmels.
Deze schimmels komen zeer algemeen voor. Zaaizaadontsmetting wordt dan ook algemeen toegepast.Zaaizaadbehandeling heeft ook tot doel door bescherming van het zaad aantasting van de kiemplant vanuit de bodem te voorkomen en kan ook bescherming bieden tegen insekten, zoals fruitvlieg, bonevlieg, uievlieg, emelten, ritnaalden en aardvlooien.
De behandeling van zaaizaad met chloorkoolwaterstoffen (diëldrin, aldrin, heptachloor) heeft fatale gevolgen gehad voor veel roofvogels. Zaadeters (vinkachtigen, duiven, fazanten) werden vergiftigd door het eten van het behandelde zaad en via hen werden de roofvogels besmet. Toen het gebruik van chloorkoolwaterstoffen voor de behandeling van zaaizaad werd verboden, kon de roofvogelstand zich weer langzaam herstellen.
In 1972 vielen in Irak 495 doden als gevolg van het eten van graan dat met organische kwikverbindingen was behandeld. Ook vlees van schapen die met dit graan waren gevoerd, veroorzaakte ernstige kwikvergiftigingen. Al eerder waren in Irak (in 1956 en 1960), in West-Pakistan (in 1961) en in Guatemala (in 1963—65) kwikvergiftigingen opgetreden door het eten van behandeld graan.
