Gepubliceerd op 01-12-2020

watering

betekenis & definitie

waterschap. In België is de watering een openbaar bestuur buiten de polderzones, ingesteld om in zijn gebied een voor de landbouw en de hygiëne gunstige bewatering teweeg te brengen en te behouden en (langs de Zee-Schelde: Land van Waas en de Streek van Dendermonde) de grond tegen watersnood te beveiligen.

Verder dienen de wateringen voor de aanleg en het onderhoud van wegen. Wateringen worden aangesteld door de koning. Vervolgens wordt een algemene vergadering van de ingelanden bijeengeroepen om het bestuur aan te stellen. Stemgerechtigde ingelanden zijn degenen die in de betrokken watering grond bezitten, met een minimum dat afhangt van de grootte van het gebied. De kleine ingelanden, die afzonderlijk het gestelde quorum niet bereiken, kunnen zich groeperen om gezamenlijk dat quorum te behalen; bestuursleden hebben automatisch stemrecht, ook als zij niet de vereiste hoeveelheid grond bezitten. De algemene vergadering van de ingelanden beslist in beginsel over alle zaken van enig belang, ook over die welke niet speciaal door de wet zijn bepaald; de wateringen zijn evenwel aan een streng administratief toezicht onderworpen, hetzij van de Bestendige Deputatie, hetzij van de koning op advies van deze deputatie.

De ambtsduur van de bestuursleden is zes jaar; hernieuwing van het mandaat is mogelijk. De meest kenmerkende bevoegdheid van de wateringen is het recht om van alle ingelanden een bijdrage (watergeschot) te eisen, die van dezelfde aard is als de directe belastingen opgelegd door staat, provincie en gemeente. De algemene vergadering is voorts bevoegd tot het opmaken van bijzondere politiereglementen, zij het met goedkeuring van de koning en ten doel hebbend het onderhoud van werken. In Nederland gebruikt men de benaming → waterschap