Gepubliceerd op 01-12-2020

Veluwe

betekenis & definitie

ca. 214 200 ha groot landschap in Gelderland, globaal begrensd door de Gelderse Vallei, zuidelijke randmeren, en de rivieren IJssel en Rijn. Het centrale deel van de Veluwe, ca. 90000 ha groot, is een zandgrondgebied dat hoger ligt dan de omgeving (de Hoge Veluwe).

Op de Veluwe ligt een aantal natuurgebieden, zoals Het Nationale Park De Hoge Veluwe, het Nationaal Park Veluwezoom, het Planken Wambuis en het natuurreservaat Deelerwoud. Militaire oefenterreinen zijn o.a. Beekhuizerzand, Elspeterheide en Kootwijkerzand.Kenmerkend voor de Veluwe zijn:

1. de uitgestrektheid (zelfs naar Westeuropese maatstaven gemeten), waarbij grote stukken gebied niet of nauwelijks bewoond zijn;
2. het geologisch waardevolle en gave stuwwallengebied met grote hoogteverschillen;
3. de archeologische objecten, zoals grafheuvels en de cultuurhistorische objecten;
4. de halfnatuurlijke landschappen met ca. 65000 ha bos, ca. 17000 ha droge heiden, enkele honderden ha vochtige heide, 800 ha open stuifzand en ca. 2400 ha korstmossenvegetaties;
5. de waardevolle natuurterreinen zoals vochtige heiden, korstmossenvegetaties, vennen, bronnen en verscheidene typen beken;
6. belangrijke populaties van enkele soorten roofvogels, vooral havik en wespendief;
7. het belang als woongebied voor edelhert, wild zwijn, boommarter en de Ned. reptielen.

Hoewel de Veluwe heel natuurlijk aandoet, zijn de heidevelden, bossen en stuifzanden echter door menselijk toedoen ontstaan.

Het gebied wordt bedreigd door: aanleg en verbetering van wegen; de intensieve verblijfsrecreatie en de aanleg van voorzieningen daarvoor; de intensivering van landbouwkundig (bio-industrie) en militair gebruik; de aanleg van rasters; de ontgrondingen, stadsuitbreidingen en ontwatering.

Als gevolg van deze bedreigingen gaan natuurterreinen verloren, veranderen delen van de Veluwe van karakter (door b.v. verdroging of overmatige betreding). Door de aanleg van wegen en rasters zijn gebieden afgesloten, waardoor het wild het gehele terrein niet meer goed kan benutten en populaties onderling geen contact meer hebben. Daarnaast treedt verstoring van de fauna op, waardoor de effecten worden versterkt.

De negatieve invloeden kunnen worden tegengegaan door b.v. slechts bepaalde gebieden aan recreatie bloot te stellen. In een aantal gebieden zijn de zandwegen niet meer toegankelijk voor het publiek. De Nota Landelijke Gebieden stelt dat natuur op het centrale deel van de Veluwe de hoofddoelstelling van het beheer moet zijn. Het in 1979 door Provinciale Staten van Gelderland aanvaarde streekplan spreekt zelfs van stringente bescherming van natuur en landschap. Hierbij zijn drie mogelijke ontwikkelingen denkbaar.

De eerste mogelijkheid is de instandhouding van het gebied waarbij de menselijke invloed overheerst. Het gaat er hierbij om het historisch gegroeide landschap te behouden en te herstellen. Problemen hierbij zijn welk moment in de geschiedenis men moet aanhouden als referentie (50 of 100 jaar geleden of nog langer) en hoe dit financieel gerealiseerd moet worden. Het handhaven van heide kost b.v. veel geld. Bovendien is deze benadering wel aantrekkelijk, maar eerder een cultuurhistorische dan een natuurgerichte benadering.

De tweede mogelijkheid is het onder toezicht van de mens laten overheersen van natuurlijke processen. Dit kan b.v. plaatsvinden door gebruik te maken van grazers als wisent en pony, die wanneer zij in voldoende aantallen gehouden worden de vegetatie zo begrazen, dat deze zich op natuurlijker wijze ontwikkeld. De hiervoor vereiste oppervlakte is 500-5000 ha. Deze vorm van beheer wordt bij wijze van experiment uitgevoerd (→ herten).

Bij de derde mogelijkheid is er slechts van menselijke invloed sprake op het gebied van recreatie en wetenschappelijk onderzoek. Hierbij zullen ook grazers het boslandschap onderhouden. Zij moeten in hun aantallen dan door grote roofdieren (b.v. de wolf) worden gereguleerd. Voor deze beheerswijze is echter een gebied van meer dan 50000 ha nodig.