het verdwijnen van stoffen uit een poreus systeem wanneer dit wordt doorstroomd met een vloeistof waarin die stoffen oplossen of in colloïdale vorm worden meegevoerd. Uitlogen kan opzettelijk gebeuren om uit het doorstroomde systeem bestanddelen te verwijderen.
Dit gebeurt b.v. bij het spoelen van de was om deze vrij te maken van zeepresten, of bij het ontzilten van zoute gronden, waarbij water door de bodem wordt geleid om de oplosbare zouten uit te spoelen.Er zijn ook veel natuurlijke uitlogingsprocessen. Zo worden bij de bodemvorming organische verbindingen en ijzerverbindingen uitgeloogd uit de bovenlagen van de bodem; deze kunnen dan op andere plaatsen weer worden afgezet. Natuurlijke uitloging treedt altijd op wanneer er sprake is van een neerslagoverschot, d.w.z. als de neerslag groter is dan de verdamping. Dan is er een netto neerwaartse waterstroming die voor uitloging kan zorgen. De samenstelling van het zgn. percolatiewater hangt sterk af van het doorstroomde systeem: uitloging van vuilstorten, vliegashopen, steenkolen- en ertsopslag e.d. kan sterke verontreiniging van het percolatiewater veroorzaken.
