De verspreiding van radioactiviteit in een ruimte of in de buitenlucht kan het gevolg zijn van manipulatiefouten in laboratoria, van lozingen door kernreactors of van lekkage van radioactief afval. Om het gevaar van radioactieve besmetting in laboratoria te verminderen, worden de handelingen uitgevoerd in geventileerde trekkasten (waarin een onderdruk heerst) met manipulatie via ingebouwde handschoenen (de glove box).
Ook worden laboratoria ingedeeld in warme en koude zones en wordt het personeel gecontroleerd op eventuele besmetting wanneer het van een warme naar een koude zone overgaat (hand- en voetmonitors). De besmettingen worden opgespoord met tellers, geschikt voor alfa-, bèta- of gammastraling. De ontsmetting is slechts mogelijk op geschikte oppervlakken, en bij de uitrusting van de laboratoria wordt daarmee rekening gehouden. Bij een eventueel ernstig ongeval in een kerncentrale kunnen grote gebieden radioactief besmet worden en voor lange tijd ongeschikt zijn voor bewoning en ontginning.
