Gepubliceerd op 01-12-2020

oeverbescherming

betekenis & definitie

het beschermen van de oever van een water tegen aantasting door stroming en golfslag. Rivier- en zeeoevers worden beschermd d.m.v. constructies van rijshout, zoals zink- of steenbestorting.

Voorts worden steen-, beton-, en asfaltglooiingen toegepast en tegenwoordig ook constructies met nylondoek; langs de zeekust worden veelvuldig strandhoofden gebruikt en strekdammen in rivieren, waardoor de stroming op enige afstand langs de kust of oever wordt geleid. In kanalen wordt de oever hoofdzakelijk aangetast door de golfslag en de deining van de scheepvaart. Hier past men meer een gladde verdediging toe, b.v. een beschoeiing, waarboven een glooiing van puin, natuurof kunststeen of beton. Duurzame oeverbeschermingsmaatregelen kosten veel geld en goedkope oplossingen blijken vaak niet duurzaam.Landschappelijk gezien vormt de kunstmatige oeverbescherming geen aanwinst, bovendien heeft zij een remmende en vaak zelfs vernietigende invloed op de natuurlijke oevervegetatie. Daardoor heeft zij indirect ook invloed op de fauna. In gevallen van oeverbeschermingsmaatregelen waarbij er geen glooiende oever meer is, maar een boven het water uitstekende trede, vormt de oeverbescherming zelfs een directe bedreiging voor b.v. reeën en jonge eenden, die niet meer uit het water kunnen komen en verdrinken. Deze bezwaren zijn veel minder als men een natuurlijke oeverbescherming toepast, b.v. het aanleggen van een rietkraag. Riet vormt nl. in de bodem een vlechtwerk van wortels waaruit elk jaar nieuwe halmen voortkomen. In het najaar sterft het riet weliswaar af, maar de halmen blijven overeind staan en hun beschermende werking uitoefenen. (Afb. p. 334)