Gepubliceerd op 01-12-2020

Nationaal Meetnet voor Luchtverontreiniging

betekenis & definitie

automatisch meetnet waarmee de concentraties van verschillende luchtverontreinigende componenten over geheel Nederland in kaart worden gebracht. Het net, in 1978 voltooid, bestaat uit 220 stations voor de meting van zwaveldioxide; op een deel van deze stations worden daarnaast de concentraties van stikstofoxiden (92 stations), ozon (30 stations) en koolmonoxide (41 stations) gemeten.

Van de 220 meetstations vormen 100 stations een regelmatig raster met stationsafstanden van 20 km; de overige 120 stations zijn als ‘verdichtingsstations’ opgesteld in stedelijke en industriële gebieden. Daarnaast worden in het kader van het Nationaal Meetnet aanvullende metingen verricht vanuit rijdende meetwagens en met instrumenten die op grote hoogte (b.v. in televisiemasten) zijn aangebracht, om het totale transport van zwaveldioxide en stikstofdioxide door de atmosfeer te meten.Mede omdat de provinciale overheden verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wet inzake de luchtverontreiniging, is in de ontwerpfase van het meetnet (1968) gekozen voor een regionale structuur. De meetresultaten worden via telefoonlijnen naar een van de negen regionale centra gezonden. Daar worden uurgemiddelde concentraties berekend, die telemetrisch naar het centrale computersysteem in het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid te Bilthoven worden overgebracht.

Op basis van de hier binnenkomende gegevens is men in staat de geografische spreiding van de luchtverontreiniging vast te stellen en die in de tijd te volgen. Gebieden waar deze vorm van verontreiniging bepaalde normen te boven gaat, ontvangen een waarschuwing. Nieuwe bronnen van verontreiniging kunnen gemakkelijker worden opgespoord. Het meetnet kan voorts bronnen buiten Nederland indiceren. Hierdoor kan men een vergelijking maken tussen wat Nederland aan belasting ontvangt uit b.v. het Ruhrgebied en het Antwerpse industriegebied en de ‘export’ van Ned. verontreiniging naar elders.

In 1974 werd in België tot de oprichting van een nationaal automatisch meetnet voor de luchtverontreiniging besloten. Het globaal net bestaat uit 73 meetstations en 18 meteostations verdeeld over 5 regio’s. Het meetnet bestaat uit enerzijds een concentratie van meetstations in ieder van de vijf agglomeraties, anderszijds uit een netwerk van stations dat op regelmatige wijze het hele grondgebied bestrijkt. Een nationaal centrum staat in voor de volledige verwerking van de gegevens. Bij overschrijding van de EG-normen op een station bestaat een wederzijdse meldingsplicht tussen het Belg. nationaal centrum en het Ned. Rijksinstituut voor de Volksgezondheid.