Gepubliceerd op 01-12-2020

genenreservoir

betekenis & definitie

genetische variatie van een populatie binnen een bepaald gebied.

De erfelijke informatie in een populatie is groter naarmate die populatie groter is. In een grote populatie komen nl. meer verschillende erfelijke eigenschappen voor. In het algemeen is in het centrum van het natuurlijk verspreidingsgebied van een soort het genenreservoir het grootst. Dit is o.a. van belang bij het veredelen van landbouwgewassen. De rassen hebben door selectie veel van hun erfelijke eigenschappen verloren. Ten behoeve van het inbrengen van nieuwe eigenschappen en variatie gaat men dan kruisen met wilde rassen uit het oorspronkelijke verspreidingsgebied, omdat de variatie daar het grootst is.

In het genenreservoir zijn vaak eigenschappen aanwezig die bij milieuveranderingen erg belangrijk kunnen worden voor een plante- en diersoort. Het genenreservoir moet zo groot zijn, dat het een soort mogelijkheid biedt zich aan milieuveranderingen aan te passen. De populatie moet groot blijven, omdat bij kleine populaties door inteelt veel erfelijke eigenschappen verdwijnen. Daarom tracht men in het natuurbeheer te voorkomen dat populaties te klein worden.