Gepubliceerd op 01-12-2020

destructiebedrijven

betekenis & definitie

bedrijven waarin kadavers, slachthuisafvallen en slachtbloed worden verwerkt tot eindprodukten, die worden gebruikt in de veevoedersector. Het gaat hierbij in Nederland om in totaal vier bedrijven, die ieder een eigen verzorgingsgebied bestrijken.

Deze vier bedrijven verwerken samen jaarlijks ca. 600000 t.België beschikt over vier destructiebedrijven, die samen 70000 t dierlijk afval verwerken.

De kadavers en slachthuisafvallen worden via een vleesmolen naar een destructieketel gevoerd, waarin het maalsel gedurende een aantal uren op een temperatuur van ca. 105 °C wordt gehouden. Hierdoor wordt het materiaal gesteriliseerd en verdampt het in het afval aanwezige water.

Na enkele behandelingen ontstaan het zgn. persmeel en dierlijk vet.

Het slachtbloed wordt gesteriliseerd, ontwaterd en gedroogd. Het zo verkregen bloedmeel wordt vermalen en vermengd met persmeel tot het zgn. diermeel. Dit diermeel wordt in de mengvoederindustrie toegepast in samengestelde voeders. Destructiebedrijven veroorzaken zowel luchtals waterverontreiniging. Het afvalwater bestaat vnl. uit het condensaat van de sterilisatieketels (70 %, wat neerkomt op ca. 0,7 rn’/t), spoel- en schrobwater (ca. 2,4 m3/t) en lekverliezen van het produktieproces. De totale waterverontreiniging voor deze vier bedrijven wordt geschat op 400000 i.e.

Twee van de vier bedrijven passen voor de zuivering van hun afvalwater een aërobe zuiveringsinstallatie toe met een gezamenlijke capaciteit van 180000 i.e. Onderzocht wordt in hoeverre anaërobe afvalwaterzuivering toe te passen is voor de behandeling van destructieafvalwater.

Drie van de Belg. bedrijven werken met bezinkingsputten en met zeven voor grof vuil. Slechts één bedrijf beschikt over een eigen waterzuiveringsinstallatie. De hoeveelheid waterverontreiniging is onbekend. De stankemissie wordt veroorzaakt door enerzijds de niet-condenseerbare dampen uit de sterilisatieketels, en anderzijds door de uit de bedrijfsruimten afgezogen lucht. De niet-condenseerbare dampen kunnen als verbrandingslucht worden gebruikt, terwijl de afgezogen lucht meestal behandeld wordt met biologische of chemische wassing. Een compostfilter wordt momenteel ontwikkeld voor de bestrijding van stankhinder. Compostfilters hebben t.o.v. de beide bovengenoemde luchtzuiveringsmethoden het voordeel van zeer hoge verwijderingspercentages (vaak boven 95) van geurcomponenten.