Gepubliceerd op 01-12-2020

depositie

betekenis & definitie

verschijnsel dat door het aardoppervlak gassen en aërosolen uit de lucht worden opgenomen. Men onderscheidt natte en droge depositie.

Bij droge depositie worden gassen en aërosolen vanuit de atmosfeer naar de laminaire grenslaag getransporteerd. Dit transport vindt plaats door de turbulente bewegingen in de atmosfeer, terwijl bij de grotere aërosoldeeltjes (groter dan 10 pm) ook de zwaartekracht een rol speelt. In de laminaire grenslaag het dunne laagje rond een oppervlak, waar de turbulentie geen rol meer speelt als gevolg van de viscositeit van de lucht bewegen gassen zich via moleculaire diffusie naar het oppervlak.De aërosoldeeltjes die kleiner zijn dan 0,1 pm worden naar het oppervlak getransporteerd ten gevolge van de brownse beweging. De transportsnelheden van de aërosolen door de laminaire grenslaag zijn klein vergeleken bij de transportsnelheid van gassen en nemen af naarmate de deeltjes groter worden. Deeltjes groter dan 1 pm kunnen weer gemakkelijker het oppervlak bereiken door impactie. Deze deeltjes kunnen door hun traagheid met de in de turbulente laag verkregen snelheid door de laminaire laag heenschieten. Aërosolen met afmetingen tussen 0,1-1 pm zullen daarom het minst snel het oppervlak bereiken.

De snelheid waarmee droge depositie plaatsvindt, is afhankelijk van de aard van het oppervlak. Voor goed oplosbare gassen is de aanwezigheid van water op het oppervlak (dauw) van grote invloed. Hoe meer structuur een oppervlak bezit, hoe effectiever zullen door impactie de deeltjes het oppervlak bereiken.

De verwijdering van aërosolen en gassen tijdens regenbuien wordt natte depositie genoemd. Waar wolkenvorming plaatsvindt, worden vrijwel alle deeltjes groter dan 0,1 pm in een druppeltje opgenomen. Regent de wolk uit, dan zullen de stoffen de aarde bereiken. In de wolk kunnen aërosolen (ook kleiner dan 0,1 pm) in het druppeltje worden opgenomen, terwijl gassen daarin kunnen oplossen. Ook onder de wolk tijdens het uitregenen kunnen grote deeltjes door de druppeltjes worden ingevangen en goed oplosbare gassen worden geabsorbeerd.

De depositie van gassen en aërosolen is sterk afhankelijk van de meteorologische en klimatologische omstandigheden. Mede afhankelijk van de ruwheid en de aard van het oppervlak zal de depositie dan ook sterk van plaats tot plaats kunnen verschillen en afhankelijk zijn van het seizoen. Omdat de depositiesnelheid niet voor elke stof even groot is, zal de ene stof langer in de atmosfeer verblijven dan de andere.

Het gevolg hiervan is, dat de ene stof over grotere afstanden kan worden getransporteerd dan de andere. Inzicht in dit transport is van grote betekenis ter beantwoording van de vraag waar schadelijke stoffen uit bepaalde bronnen terechtkomen. Bij een gemiddelde windsnelheid van 10 m/s leggen luchtmassa’s gemiddeld 850 km per dag af, zodat het grootste deel van de depositie in Nederland waarschijnlijk uit het buitenland komt.