(afk. van chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen), verzamelnaam voor astma, chronische bronchitis en emfyseem. Aspecifiek wil zeggen dat het geen aandoeningen met een vaste oorzaak zijn, maar dat verscheidene factoren een rol spelen.
Mensen met CARA hebben een allergische aanleg: hun luchtwegen zijn van nature overgevoelig voor allerlei prikkels, zoals verontreinigde lucht, bacteriën, temperatuurwisselingen en emoties.De verzamelnaam wordt gebruikt omdat ziekteverschijnselen als chronische hoest, chronisch opgeven van slijm uit de onderste luchtwegen en longen, kortademigheid en piepen op de borst bij deze ziekten voorkomen en zij alle drie in meer of mindere mate bij longfunctie-onderzoek aanwijzingen kunnen geven voor het bestaan van luchtwegvernauwing. Daardoor is het vaak moeilijk de ziekten duidelijk van elkaar te onderscheiden. Verder is zelfs mogelijk dat deze ziekten nauw verwant zijn, of misschien zelfs wel verschillende uitingsvormen zijn van een en dezelfde ziekte. Dit, omdat een kind dat chronische bronchitis op jeugdige leeftijd heeft, op jong volwassen leeftijd verschijnselen kan vertonen van astma en op oudere leeftijd emfyseem kan krijgen.
Men neemt aan dat de verhoogde gevoeligheid een erfelijke grondslag heeft, mogelijk mede bepaald door veranderingen in het enzymsysteem of door hormonale factoren (CARA komt, los van eventuele rookgewoonten, meer voor bij mannen). Geschat wordt dat ca. 10 % van de Ned. bevolking in meer of mindere mate gevoelige luchtwegen heeft.
Uit onderzoek is gebleken dat het aantal kinderen dat aan CARA leidt, hoger is in een huis waar op gas gekookt wordt, dan in een huis waar dit elektrisch gebeurt. In de eerste categorie huizen werd een aanzienlijk hogere concentratie stikstofdioxide (N02) gemeten. Langdurige blootstelling aan prikkelende stoffen veroorzaakt bij daarvoor gevoelige mensen een verminderde functie van de luchtwegen. Dit kan men vaststellen in een epidemiologisch veldonderzoek, waarin het verloop van de longfunctie om de zoveel jaar wordt gemeten. In een vergelijkend bevolkingsonderzoek tussen het matig luchtverontreinigde Vlaardingen en het duidelijk minder verontreinigde plattelandsgebied Vlagtwedde (Oost-Groningen) werd bij de inwoners van Vlaardingen een afname van de longfunctie geconstateerd die anderhalf keer zo snel was gegaan vergeleken bij de inwoners van Vlagtwedde. De afname van de longfunctie bij rokers van meer dan 25 sigaretten per dag was groter, nl. tweemaal zo groot vergeleken bij niet-rokers. De combinatie van roken en wonen in Vlaardingen deed de longfunctie meer dan driemaal zo snel afnemen.
Behalve de gevoeligheid van de luchtwegen, blootstelling aan irriterende stoffen en mogelijk psychische factoren, speelt bij het optreden van CARA nog een aantal bijkomende factoren een rol, zoals sociale omstandigheden en aanwezigheid van complicerende omstandigheden (b.v. andere longziekten of zwangerschap).
