het inbrengen van lucht-zuurstof. Bij de biologische afvalwaterzuivering met actief slib wordt de inhoud van het beluchtingsbassin van zuurstof voorzien d.m.v. beluchting.
Regeling van de zuurstofinbreng in overeenstemming met de zuurstofbehoefte van het systeem (1-1,5 mg/1) is van belang voor een efficiënte bedrijfsvoering. Beluchting kan in principe op twee manieren geschieden: door inblazen van samengeperste lucht en door inslaan van lucht aan het wateroppervlak. Bij de eerste methode maakt men meestal gebruik van poreuze keramische platen of poreuze buizen waardoor de lucht in fijnverdeelde toestand in het water wordt gebracht. De kleine luchtbelletjes bezitten een groot specifiek oppervlak, dat een goede overdracht van de zuurstof uit de perslucht naar het water bevordert. Voor het op druk brengen van de gebruikte lucht zijn compressoren nodig. Zuurstofinbreng door luchtinslag geschiedt door zgn. oppervlaktebeluchters.
Men onderscheidt borstel- en puntbeluchters. De borstelbeluchter bestaat uit een in de lengterichting van de beluchtingstank aangebrachte horizontale as, waarop metalen kammen zijn aangebracht, die bij draaiing van de as enige centimeters diep door het water slaan. De puntbeluchter is gemonteerd op een verticale as, die het water in verticale richting opzuigt en vervolgens over het wateroppervlak wegslingert. De zuurstoftoevoer van oppervlaktebeluchters kan men regelen door de indompeldiepte en/of het toerental te variëren.
